Volgens de Strategische Agenda voor het hoger onderwijs (HOOP 2008) worden universiteiten deels bekostigd op basis van het aantal eerstejaars dat zij bedienen (80%) en deels op basis van het aantal gediplomeerden dat zij afleveren (20%). Maar hoe wordt dit bekostigingsstelsel doorvertaald binnen de instellingen? Aan de Vrije Universiteit worden de faculteiten momenteel bekostigd op basis van het aantal studiepunten dat zij produceren. Als er minder studenten voor hun tentamens slagen, krijgen de faculteiten minder betaald. No cure no pay dus. Door deze outputfinanciering worden faculteiten gestimuleerd optimale ondersteuning te bieden aan het studieproces. Maar de Studentenraad van de VU (12/3/2009) vindt dat een pervers bekostigingssysteem, aangezien faculteiten op die manier in de verleiding worden gebracht hun output kunstmatig te verhogen door de tentameneisen te verlagen en minder onvoldoendes uit te delen. De Studentenraad vreest dus dat het middelenverdeelmodel van de VU niet tot beter onderwijs maar tot diploma-inflatie leidt.
Lees verder … (PDF)
2 reacties op “No cure no pay”
schreef:
[…] professionele handelen van docenten. Dat is in essentie de stelling van de Studentenraad van de VU (No Cure No Pay 3/4/2009). Een paar jaar geleden werd die stelling door VU-docent Chris Lorenz (27/6/2006) in een ruimer […]
schreef:
Nederlandse Gedragscode Wetenschapsbeoefening…
Update Wes Holleman 7/8/2009