Laten we binnen de Nederlandse beroepsbevolking drie klassen onderscheiden: upper-class, middle-class en lower-class. En laten we de lower-class omschrijven als de hoofdkostwinners die op hun dertigste niet meer dan het minimum-uurloon (8 euro bruto) verdienen of die een uitkering op of onder dat niveau genieten. Wie komt voor de belangen van de lower-class op? De lezers van De Volkskrant hebben de afgelopen weken een onderwijsagenda opgesteld: problemen waar hoognodig aan gewerkt moet worden. Zijn de onderwijsproblemen van de lower-class daarbij voldoende aan bod gekomen?
Lees verder … (PDF)
Eén reactie op “Onderwijsagenda voor de lower-class”
schreef:
[…] die de Onderwijsinspectie in haar toezichtskader hanteert. In eerdere blogberichten (9/1/2010, 15/12/2009) heb ik de discussie over de groepsgrootte gekenschetst als het conflict tussen rationalisering en […]