In vergelijking met kinderen van hogeropgeleide ouders, krijgen kinderen van laagopgeleide ouders te weinig kans om hun intellectuele talenten te ontwikkelen. Er gaat dus veel talent verloren. Dat is de boodschap van het jaarlijkse Onderwijsverslag (p. 21-26) dat vorige week door de Onderwijsinspectie is uitgebracht. Toevallig zijn er ook net Kamervragen over hetzelfde onderwerp gesteld: in hoeverre werpen scholen financiële drempels op waardoor hooggetalenteerde kinderen uit de lagere en middeninkomens geen passend onderwijs krijgen? Volgens de staatssecretaris valt dat allemaal reuze mee. Het basis- en voortgezet onderwijs is immers kosteloos en de vrijwillige ouderbijdrage wordt meestal naar draagkracht geheven. Maar ik weet het zo net niet. Kijk nou eens naar een willekeurige middelbare school die zich op hogerbegaafden richt: het Walburg College, een openbare scholengemeenschap voor mavo, havo en vwo in Zwijndrecht. Er wordt weliswaar een vrijwillige ouderbijdrage geheven, maar daaruit worden uitsluitend enkele randvoorzieningen bekostigd. Ouders die passend onderwijs en passende zorg voor hun hoger-begaafd kind willen, moeten echter diep in de buidel tasten (zie tabel A). In de Kamervragen wordt gesteld dat sommige scholen jaarlijks een verplichte eigen bijdrage tot 1200 euro in rekening brengen aan ouders van hoogbegaafde kinderen. De staatssecretaris mag er dan wel omheen draaien, maar bij het Walburg College rekent men inderdaad forse, verplichte eigen bijdragen voor onderdelen van de onderwijscatalogus.