Het aantal ongelukken op gymles is in de periode 2003-2007 fors gestegen, rapporteert de stichting Consument & Veiligheid (C&E) in een persbericht (9/3/2009). Op het eerste gezicht moeten de gymleraren zich dat ernstig aantrekken. Of is er wat anders aan de hand?
Zou het kunnen zijn dat het aantal ongelukken constant is gebleven, maar dat alleen de registratie van ongelukken fors verbeterd is? Bijvoorbeeld dankzij de invoering van de verplichte schoolveiligheidsplannen en de verplichte risico-inventarisaties en
Of zou het kunnen zijn dat het aantal ongelukken constant is gebleven, maar dat de patiëntenstromen de laatste jaren een andere bedding zijn gaan volgen? In de Twentse Courant Tubantia (21/8/2008) lees ik dat veel méér patiënten tegenwoordig rechtstreeks naar de Eerstehulppost van een ziekenhuis gaan. Vroeger ging je eerst naar de huisarts en die koos dan tussen zelf-behandelen of doorverwijzen naar een specifieke afdeling in het ziekenhuis. Als de huisarts tegenwoordig gepasseerd wordt, dan is de patiënt op de ’triage’ van de Eerstehulppost aangewezen. Mijn voorlopige slotsom: de stichting Consument & Veiligheid mag op basis van de gegevens uit het ‘Letsel Informatie Systeem’ niet zonder meer concluderen dat het aantal ongelukken op gymles is toegenomen. De stichting zou mij pas overtuigen als ook het aandeel van de gym-ongelukken in de totale ‘omzet’ van de Eerstehulpposten zou zijn gegroeid.
Zie ook het adviesrapport Met Spoed (Nederlandse ZorgAutoriteit, februari 2008) over de organisatie en bekostiging van de acute zorg. Daarin wordt bevestigd dat er momenteel een hoog percentage ‘zelfverwijzers’ is, die de huisarts(enpost) links laten liggen. Maar om de ontwikkeling in de C&V-cijfers te verklaren, zouden we moeten aantonen dat het aantal ‘zelfverwijzers’ sinds 2003 fors gegroeid is. De volgende ontwikkelingen wijzen in die richting:
(a) In 2001 is de huisartsendienstenstructuur ingevoerd. Buiten kantooruren heeft de patiënt niet langer te maken met de eigen huisarts (of diens vervanger), maar met een anonieme huisartsenpost. Dit heeft de persoonlijke band met de huisarts verzwakt, waardoor de SEH-post (Spoedeisende Eerste Hulp) van het ziekenhuis meer binnen de horizon van de patiënt is komen te liggen.
(b) Daar komt bij dat de huisartsenpost minder urgente hulpvragen in het kader van de telefonische triage in principe naar de eigen huisarts terugverwijst. Van het kastje naar de muur dus. Bij ongevalsletsel kunnen patiënten dat vermijden door rechtstreeks naar de SEH-post te gaan, waarna ze meteen door specialisten behandeld kunnen worden.
(c) Ook tijdens kantooruren is de relatie met de eigen huisarts verzakelijkt. De open spreekuren zijn nagenoeg afgeschaft en in principe duurt het een of meer dagen voordat de patiënt op consult mag komen. Dat is een tweede reden om voor acute hulp eerder bij de SEH-post aan te kloppen.
(d) Tot in de jaren 1990 kon een zelfverwijzer bij de receptie van de SEH-post de deur worden gewezen als hij (zij) geen tweedelijnshulp nodig had. Maar sinds de invoering van de Wet Big is deze drempel tot zelfverwijzing naar de SEH-post weggenomen: iedere zelfverwijzer kan aanspraak maken op een SEH-consult.
(e) [Hier en daar worden samenwerkingsvormen tussen huisartsenpost en SEH-post gerealiseerd, waarbij de huisartsenpost (buiten kantooruren) als voorportaal van de belendende SEH-post is opgezet, maar er zijn ook tegengestelde bewegingen:] Binnen de SEH-post van het VU Medisch Centrum worden tijdens kantooruren huisartsen ingeschakeld om de tweedelijns artsen te ontlasten. Zodoende wordt zelfverwijzing gestimuleerd. De SEH-post van het VU Medisch Centrum is een van de twaalf posten die de C&V-ongevallenstatistiek voeden!!!
Op 9 april 2009 heeft staatssecretaris Dijksma antwoord gegeven op kamervragen.