Dit jaar verschenen er 44 blogberichten op Onderwijsethiek.nl. De inhoudsopgave tref je HIER aan. Maar er is een verschijnsel waar ik het dit jaar nog niet over gehad heb. What is #schoolshaming? Zo luidde de kop van een artikel in The Guardian (16/11/2018). Volgens de Canadese blogger Doxtdator (21/10/2018) gaat het eigenlijk om twee diametraal verschillende verschijnselen.
Met de term student shaming verwijst men naar onderwijspraktijken waarin leerlingen systematisch vernederd worden door hun school. Zoals blijkt uit een recent juridisch tijdschriftartikel wordt dit ook wel ‘school shaming’ genoemd. Dat artikel gaat over de vraag of scholen in strijd met de (Amerikaanse) grondwet handelen als ze aan leerlingen vernederende straffen opleggen.
Maar met de term school shaming wordt tegenwoordig ook een omgekeerd verschijnsel aangeduid. Er zijn ‘neotraditionele’ scholen die strakke discipline en ‘zero tolerance’ als handelsmerk kiezen en die daarbij welbewust ‘student shaming’ toepassen. Als zij daarop publiekelijk door ouders of derden worden aangesproken, kruipen zij in de slachtofferrol: onze school is het mikpunt van publieke vernedering (naming and shaming), wij worden getroffen door ‘school shaming’ omdat onze pedagogisch-didactische visie niet strookt met het softe gedachtengoed dat tegenwoordig in de mode is.
In het eerstgenoemde dagbladartikel houdt Donna Ferguson zich verre van dit wespennest. Zij stelt slechts de morele vraag aan de orde in hoeverre leerlingen of hun ouders over de schreef gaan als ze publiekelijk of via sociale media kritiek uitoefenen op het beleid van hun school. Maar voor een zorgvuldige afweging graaft zij niet diep genoeg. De onderstaande tabel wil een checklist bieden om de morele toelaatbaarheid van dergelijke publiekelijk geuite kritische signalen te taxeren.
Lees verder … (PDF)