Blogger Wilfred Rubens legt zich toe op de disseminatie van goede ideeën. Deze week attendeerde hij op de ‘four stages of personalization’ die door collega-blogger John Spencer (22/11/2011) onderscheiden worden. Beiden gaan op de lijn van Het Nieuwe Leren zitten: de hoogste vorm van personalisering is voor hen dat de student de eigen leerdoelen mag kiezen. Maar we kunnen deze ‘four stages’ ook uitwerken binnen een meer traditionele programmaopzet, die uitmondt in een uniform, door de docent voorgeschreven criteriumrepertoire.
1) Standaardisering: Men definieert één denkbeeldige persoon (normstudent) op wie het programma wordt afgestemd. Deze wordt gekenmerkt door een gegeven Startrepertoire (SR), een gegeven Starttijdstip (T0), een gegeven Leersnelheid (LS) en een gegeven Criteriumtijdstip (T1) waarop het criteriumrepertoire verworven is.
2) Differentiatie: Men biedt verscheidene programmavarianten aan, elk afgestemd op een eigen normstudent, dus gekenmerkt door een eigen SR, T0, LS en T1.
3) Customisering/Maatwerk: Men biedt geïndividualiseerde programma’s aan, afgestemd op het Startrepertoire (SR) en Starttijdstip (T0) van iedere student afzonderlijk, en men past de vereiste Leersnelheid (LS) en het Criteriumtijdstip (T1) eveneens aan zijn/haar eigen mogelijkheden aan.
4) Personalisering: Men kiest niet alleen een aangepaste SR, T0, LS en T1 voor iedere individuele student, maar men optimaliseert de persoonlijke programmering en leeromgeving ook in andere opzichten, opdat hij/zij het vereiste criteriumrepertoire op de meest doelmatige, verrijkende en bevredigende wijze kan verwerven.