Het Rijksinstituut voor de Volksgezondheid (RIVM) heeft onlangs zijn Toekomstverkenning voor de periode 2018-2040 gepubliceerd (VTV-2018). Eén van de gesignaleerde trends is de toenemende druk op ons dagelijks leven. Vele jongeren (en met name studenten) ervaren meer in het bijzonder een grote prestatiedruk: de druk om op school, in de studie en op het werk zo hoog mogelijke cijfers en beoordelingen te behalen; de druk om een overtuigend CV op te bouwen en geen studievertraging op te lopen; en de druk om ondertussen een uitbundig sociaal leven te leiden en daarvan op de sociale media kond te doen. Bovendien voelen vele jongeren zich genoodzaakt een bijbaan of –baantje te nemen om deze drievoudige persoonlijke aspiraties financieel mogelijk te maken.
Al met al is dat een cocktail waarmee studenten alras in een burn-out kunnen geraken. De combinatie van deze ingrediënten kan ook de vatbaarheid voor de verleidingen van studiefraude (*) en bedenkelijke shortcuts (**) doen toenemen. Het is denkbaar dat de problemen rond de tentaminering in de Maastrichtse School of Business and Economics eveneens in dat licht moeten worden bezien (Observant 13/9/2015; 21/6/2018). De studieleiding krijgt namelijk zo langzamerhand sterk de indruk dat door studenten massale bezwaar- en beroepsprocedures tegen elke vermeende tekortkoming in de tentamens worden georkestreerd, met het doel om er bij de becijfering puntjes bij te sprokkelen. Maar het kan natuurlijk ook zijn dat de kwaliteit van de tentamenvragen en antwoordsleutels werkelijk tekortschiet. Het lijkt me best moeilijk Engelstalige tentamenvragen te ontwerpen die zowel voor Britse, als voor Amerikaanse, Nederlandse, Duitse, Franse en Spaanse studenten volstrekt ‘eindeutig’ zijn, gegeven de verscheidenheid van hun moedertalen en van de economische lesboeken die zij in hun voorgaande school- en studieloopbaan hebben doorgeploegd.
Eén reactie op “Prestatiedruk in Maastricht”
schreef:
In beide Observantartikelen wordt niet ingegaan op de herkomst van de studenten aan de (voornamelijk Engelstalige) Maastrichtse School of Business and Economics. Op basis van een beschrijvende studie van de Nederlandse ambassade in Berlijn (circa 2011) kunnen we vermoeden dat het aantal Duitse studenten vrij groot is en dat velen van hen naar Maastricht zijn uitgeweken omdat ze in het eigen land niet door de universitaire toelatingsselectie zijn gekomen. Ervaren zij, mede door onze propedeutische selectieprocedure (het BSA) en het voor Duitse begrippen exorbitant hoge collegegeld, een relatief hoge studiedruk? En hoe zit het trouwens met de studiefinanciering voor EU-studenten en met de verplichte bijbaan van 56 uur per maand?