Men vindt het immoreel om inbreuk te maken op de integriteit van het stoffelijk overschot van een overledene. Een haarlokje mag je bewaren om de overledene te gedenken, maar méér ook niet. Het verwijderen van gouden kiezen wordt immoreel geacht, ook al is de erfgenaam nog zo nooddurftig. En kannibalisme is ontoelaatbaar, ook al heb je nog zo’n honger.
Er zijn evenwel een paar uitzonderingen. De lijkschouwer onderzoekt de doodsoorzaak als een misdaad vermoed wordt. De onderzoeker opent het dode lichaam in naam van de medische wetenschap. Studenten kunnen op snijzaal hun anatomisch inzicht vergroten. En de arts verwijdert organen met het oog op transplantaties. Die uitzonderingen zijn met allerlei rechtswaarborgen omgeven: medische protocollen, de opdracht van de rechter-commissaris, de uitdrukkelijke toestemming van de betrokkene of de nabestaanden.
Maar aan die uitdrukkelijke toestemming wordt tegenwoordig naarstig getornd. Zo geldt in België een omgekeerde bewijslast: orgaanverwijdering is toegestaan tenzij de betrokkene daartegen uitdrukkelijk bezwaar heeft aangetekend. Zover is het in Nederland nog niet, doch met de voorwaarde van informed consent wordt de hand gelicht. Op de middelbare scholen wordt regelrechte propaganda bedreven om leerlingen tot het tekenen van een donorverklaring te bewegen.
Lees verder … (PDF)
Eén reactie op “Propaganda voor orgaandonatie”