Rechtspositie van studenten

Achttien maanden geleden trachtte minister Bussemaker de afschaffing van de basisbeurs door de Eerste Kamer te loodsen. Bij die gelegenheid zegde zij toe dat ze in gesprek zou gaan met de koepelorganisaties (VSNU en VH), met de studentenorganisaties (ISO en LSVb) en met andere deskundigen om te bekijken of de rechtspositie van studenten versterkt moest worden nu ze, wat de financiering van hun studie betreft, op zichzelf werden teruggeworpen. Onlangs rappor­teerde de minister in een Kamerbrief wat die gespreksronde heeft opgeleverd.
De input van de gesprekken werd geleverd door knelpuntennotities van de studentenorgani­saties. Grofweg gesproken, droegen zij twee soorten knelpunten aan. Enerzijds de rigiditeit van de lokale regelgeving, waarmee universiteiten en hogescholen de studie­voortgang belemmeren, en anderzijds de ondoorzichtigheid van die regelgeving waardoor studenten belemmerd worden in de verdediging van hun rechten en belangen. Flagrant in strijd met de ministeriële toezeg­ging werd het onderwerp van de gespreks­ronde beperkt tot de laatstbedoelde categorie knel­punten: de rechtsbescherming van individuele studenten zodat ze hun rechten en belangen kun­nen verdedigen als hun universiteit of hogeschool daarop in besluiten of handelingen inbreuk maakt. Maar ook binnen de aldus ingeperkte gespreksruimte, houdt de minister de boot af:
Lees verder … (PDF)

Eén reactie op “Rechtspositie van studenten”