Indien iemands gedrag of kleding feitelijk zijn kansen op beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt beperkt, volgt een weigering, korting of intrekking van een uitkering op grond van de Wet Werk en Bijstand. Dat staat in het concept-regeerakkoord van VVD en CDA (p.26). Dus: wie een hoofddoek, keppel of tulband draagt, loopt het risico z’n uitkering te verliezen. Met andere woorden: wie op grond van gedrag of kleding op de arbeidsmarkt gediscrimineerd wordt, zal ook door de gemeentelijke Sociale Dienst op die grond gediscrimineerd worden. Men kan hierbij aan religieuze en etnische minderheden denken, maar ook bijvoorbeeld aan discriminatie op grond van seksuele geaardheid. En vergeet niet dat (al dan niet politieke) uitlatingen eveneens een vorm van gedrag zijn. Dus: indien en in zoverre mensen door een afwijkend uiterlijk of door hun gedragingen en uitlatingen hun kansen op de arbeidsmarkt verkleinen, zetten ze hun uitkering op het spel. Hier ligt dan een mooie taak voor scholen. Scholieren moeten worden geprest zich qua kleding, gedrag en uitlatingen aan te passen aan wat in Nederland algemeen aanvaard is, teneinde hun marktwaarde voor toekomstige werkgevers te maximaliseren.
Let trouwens op het gewrongen taalgebruik in de bovenstaande passage van het Regeerakkoord. Ik denk dat ‘zijn kansen op beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt’ gelezen moet worden als ‘zijn kansen op de arbeidsmarkt’ of als ‘zijn inzetbaarheid c.q. employability op de arbeidsmarkt’. Maar de opstellers kozen liever voor het woord ‘beschikbaarheid’, waarmee gesuggereerd wordt dat hoofddoekdraagsters zich willens en wetens onttrekken aan een deel van de arbeidsmarkt. Politici die met pek omgaan, worden alleen al in hun taalgebruik erdoor besmet.
En toen vroeg iemand mij: vind je het dan onredelijk dat iemand strafkorting krijgt als hij telkens ongeschoren en in gescheurde spijkerbroek op sollicitatie komt? Nee, dat zou ik niet onredelijk vinden. Maar de gewraakte passage staat in het hoofdstuk ‘Immigratie’. Dus dan ga je al gauw aan religieus geïnspireerde hoofddoeken, keppels en tulbanden denken.