De Stichting van de Arbeid is een overlegorgaan van werkgevers- en werknemersorganisaties. Het stichtingsbestuur praat tweemaal per jaar met de landsregering (in het zgn. Voor- en Najaarsoverleg). Op sectorniveau bestaat er eveneens zo’n overlegorgaan: het Sectorbestuur Onderwijsarbeidsmarkt (SBO). Op dat platform praten de onderwijswerkgevers met de werknemersorganisaties over vraag en aanbod van arbeidskrachten binnen de onderwijssector. Maar het SBO is geen officiële gesprekspartner van de landsregering. Om in die lacune te voorzien wordt volgende week de Stichting van het Onderwijs opgericht. Op dat platform wordt door de onderwijswerkgevers (of liever: de verenigingen van onderwijsbestuurders) en de werknemersorganisaties over onderwijsaangelegenheden gepraat. En het stichtingsbestuur wil tevens de belangen van de onderwijssector tegenover de landsregering behartigen (door het uitbrengen van adviezen? via een Voor- en Najaarsoverleg?).
De onderwijsvakbonden zullen daar niets op tegen hebben en ook voor de Haagse politici is dat een prachtige oplossing. Als men bij voorgenomen kabinetsbeleid ‘het veld’ wil raadplegen, hoeft men alleen met de Stichting van het Onderwijs om de tafel en niet met de afzonderlijke bestuurdersverenigingen en werknemersbonden. Toch is er een essentieel verschil met de Stichting van de Arbeid. In de SvdA zijn alle relevante partijen vertegenwoordigd, terwijl in de SvhO een cruciale partij ontbreekt: de leerlingen en studenten (en hun ouders). Maar ook de leraren komen er bekaaid af. Weliswaar zijn ze in hun rol van werknemer vertegenwoordigd door de onderwijsvakbonden, maar als onderwijsprofessionals kunnen ze hun stem niet laten horen. Zo trok het Platform van Vakinhoudelijke Verenigingen in het V.O. begin vorig jaar aan de bel omdat de lerarenverenigingen niet betrokken werden bij de oprichting van de SvhO.
We moeten voorkomen dat de ‘sociale partners’ zich in de Stichting van het Onderwijs als asociale partners van leerlingen en studenten ontpoppen. In de SvhO moet niet alleen aan de belangen van de onderwijsbesturen en aan de belangen van de onderwijswerknemers een stem worden gegeven, maar ook aan de belangen van de leerlingen en studenten. Het komt mij voor dat de Stichting van het Onderwijs tripartiet moet worden samengesteld.
2 reacties op “Stichting van het Onderwijs”
schreef:
Op 29/4/2009 beantwoordde het Ministerie de brief van het Platform VVVO. Het ministerie memoreert dat de Stichting van het Onderwijs bedoeld is als een orgaan voor geïnstitutionaliseerd overleg tussen werkgeversorganisaties, vakbonden en de overheid op strategisch niveau. Het ministerie stelt dat het tot de verantwoordelijkheid van de sociale partners behoort de betrokkenheid van de beroepsgroep van leraren bij het beoogde overleg adequaat te organiseren. In een nieuwsbrief d.d. (2/3/2010) bevestigt het ministerie dat ‘de Stichting van het Onderwijs de plek (zal) zijn waar het onderwijsveld als een geheel van zich laat horen.’
schreef:
Het ministerie heeft vandaag in een kamerbrief nadere toelichting gegeven op de plaats van het Platform in het onderwijsbestel.