Een propedeusestudent van de hogeschool Inholland had zich misdragen tegenover een van zijn docenten. Volgens een recent nieuwsbericht had hij zich schuldig gemaakt aan ‘stalking’. Hij werd door de rechter veroordeeld tot 70 uur werkstraf of 35 dagen hechtenis. Bovendien kreeg hij een tuchtrechtelijke sanctie aan de broek: hij werd geschorst door de hogeschool. Het verhaal vermeldt niet wat de student ertoe bewoog zijn docente te stalken (had hij een onvoldoende tentamencijfer gekregen en vond hij het onrechtvaardig dat hij dat niet mocht herkansen?). Ook laten de journalisten onvermeld wanneer en voor hoelang hij geschorst werd. Vast staat slechts dat hij in het eerste verblijfsjaar vijftig propedeutische studiepunten behaalde, dat hij in het tweede verblijfsjaar slechts negen propedeutische studiepunten wist te scoren, en dat de examencommissie hem op basis daarvan een negatief BSA oplegde: hij moest na het tweede verblijfsjaar onverrichterzake vertrekken omdat hij blijkens zijn studieresultaten (59 propedeutische studiepunten in 22 maanden) niet geschikt was voor de desbetreffende opleiding (art. 7.8b WHW). Het verhaal vermeldt niet of hij in het tweede verblijfsjaar ook nog studiepunten voor post-propedeutische vakken behaald heeft.
Wat is de nieuwswaarde van dit onsamenhangende verhaal? Nul komma nul. Het enige wat we eruit kunnen opmaken is dat er een faculteit was die een student op grond van één ontbrekend studiepuntje de laan uit heeft gestuurd en dat zij blijkbaar niet bereid is geweest daar een mouw aan te passen (bijvoorbeeld door een vervangende opdracht of een extra herkansing). Maar het verhaal is nog niet ten einde.
Lees verder … (PDF)