Bouwkundestudenten van de Haagse Hogeschool hadden ernstige klachten over de toetsing en examinering, maar bij de opleiding kregen zij nul op het rekest. Zij namen contact op met de Onderwijsinspectie. Volgens haar Toezichtkader ligt het niet op haar weg om individuele klachten te behandelen, maar eventueel kan zij op basis van dergelijke signalen besluiten uit eigen beweging een onderzoek te entameren. Zij ging daar inderdaad toe over en dat leidde tot ingrijpende maatregelen binnen de HHS. Op 14/7/2014 werd het onderzoek afgesloten met het inspectierapport ‘Incidenteel onderzoek Haagse Hogeschool’, doch dat rapport werd niet openbaar gemaakt. Maar gelukkig heeft één van de gedupeerde studenten, inmiddels afgestudeerd, zijn klachten op 10/7/2014 naar de Vaste Kamercommissie OCW gestuurd, die zijn brief doorgeleidde naar de Minister. Zij vroeg de Inspectie hoe het zat en stuurde haar bevindingen enige maanden later (1/12/2014) naar de Tweede Kamer: volgens de Inspectie zijn de klachten naar tevredenheid afgehandeld, maar de inspecteurs zullen t.z.t. ‘in het volgende reguliere bezoek (…) wel aandacht besteden aan de actuele stand van zaken’. Toch begrijp ik het nog niet helemaal:
1. Hoe kan het dat de opleiding op 13/12/2012 door de NVAO geaccrediteerd is voor de periode tot 31/12/2017 en dat deze kwaliteitsgebreken toentertijd niet zijn opgemerkt door de visitatiecommissie?
2. Is er in het Inspectierapport goed gekeken naar het organisatieschema van de HHS, waar de kwaliteitsbewaking inzake de tentaminering en examinering niet aan de verzamelde, terzakekundige examinatoren is toegewezen, maar bij een ambtelijke (faculteitsbrede en tot voor kort zelfs hogeschoolbrede) examencommissie is weggestopt?
3. Waarom is het Inspectierapport niet gepubliceerd?
4. Welke garanties heeft de Inspectie geschapen opdat de uitkomsten van haar onderzoek door de NVAO zullen worden meegenomen bij de komende Instellingstoets betreffende de interne kwaliteitszorg van de HHS (2016) en bij de eerstvolgende visitatie van de opleiding Bouwkunde (2017)?
5. Wat bedoelt de Inspectie met haar aankondiging dat zij in haar ‘volgende reguliere bezoek’ opnieuw aandacht zal besteden aan de stand van zaken: hoe valt dat te rijmen met het Toezichtkader, dat niet in reguliere Inspectiebezoeken aan universiteiten en hogescholen (of aan opleidingen daarbinnen) voorziet?
6. Heeft de Minister zich ervan vergewist of ook de klachten d.d. 10/7/2014 van de afgestudeerde briefschrijver naar tevredenheid zijn afgehandeld door de HHS?
7. In hoeverre is er reden voor de vrees dat de kwaliteitszorg in het hoger onderwijs zo lek is als een mandje?