Het rommelt in het Vlaamse hoger onderwijs. Vanouds kende men daar jaarlijkse examens met een herkansing omstreeks 1 september. Maar bij de invoering van de bachelor/masterstructuur is men overgestapt op een semestersysteem, met vrijstellende tentamens aan het eind van het najaarssemester. Aan de herkansingsperiode (de zgn. ‘tweede zit’ omstreeks 1 september) werd echter niet getornd.
De laatste jaren zijn er stemmen opgegaan om het academisch jaar te bekorten, zodat de studenten en de docent-onderzoekers een echte zomervakantie krijgen. Dat zou betekenen dat de herkansingen vrij snel na de eerste tentamenkans geprogrammeerd moeten worden. Inmiddels zijn er serieuze signalen dat de onderwijsinstellingen dit plan afwijzen. De ‘tweede zit’ blijft tegen het eind van de zomervakantie. Wel wil men het semestersysteem ietwat afzwakken (faculteiten mogen sommige vakken over twee semesters uitsmeren).
Voor de Vlaamse studenten is het gunstig dat de herkansingen omstreeks 1 september gehandhaafd worden: waar nodig kunnen ze hun studielast dan evenwichtig spreiden over de twaalf maanden van het studiejaar. De volgende rekensommetjes kunnen dat illustreren. Voor de gemiddelde student bedraagt de studielast, netzoals in Nederland, 1680 uur bruto per cursusjaar (60 studiepunten ad 28 uur bruto). Voor deze normstudent kan dat resulteren in een studeerbaar programma van 42 weken ad 40 uur. De individuele studielasten kunnen echter hoger of lager uitvallen, afhankelijk van het beginniveau, de begaafdheid en het perfectionisme van de betrokken student. Er zijn dus ook studenten die misschien 1920 uur (oftewel 48 weken ad 40 uur) nodig hebben om de jaarlast te verzetten. En er zijn bijvoorbeeld ook werkstudenten die ’t weliswaar in 1680 uur kunnen bolwerken, maar die daartoe 48 weken ad 35 uur nodig hebben om wekelijkse overbelasting te voorkomen. Verder kan het zijn dat het reguliere onderwijs- en examenprogramma van sommige faculteiten minder dan 42 weken per jaar bestrijkt. Zij concentreren de studielast van de normstudent bijvoorbeeld in 38 à 40 weken, waardoor diens gemiddelde studiebelasting oploopt tot 42 à 44 uur per week. Bij zo’n hoge weekbelasting ware het uiterst onredelijk als studenten geen gelegenheid zouden krijgen om opgelopen studieachterstand in de zomervakantie in te halen.
Bron: Veto (18/5/2014), Schamper (1/12/2014)
Mogen faculteiten het recht op een tweede tentamenkans afhankelijk stellen van de vraag of de student gebruik heeft gemaakt van de eerste kans, of van het cijfer dat hij bij de eerste kans gehaald heeft? De Universiteitsraad van de Universiteit Leiden heeft ernstig bezwaar tegen deze kruideniersmentaliteit (Mare 5/3/2015), maar uiteindelijk is de Raad toch overstag gegaan.
En heeft de student recht op een derde tentamenkans als hij op de dag van de tweede tentamenkans door een calamiteit getroffen is, in casu door een algemene, niet voorzienbare treinstoring? Het lokale College van Beroep voor de Examens oordeelt dat de examencommissie zo’n verzoek niet hoeft te honoreren (Punt Avans 3/3/2015).