Mijn neefje doet dit jaar eindexamen VWO en hij wil Rechten gaan studeren. Hij weifelt tussen Utrecht (UU) en Rotterdam (EU).
Op het eerste gezicht zijn de Utrechtse kengetallen (Studie in Cijfers, peildatum mei 2016, zoals ultimo 2019 vermeld via een link op de Utrechtse website) hoopgevend: je krijgt in het eerste cursusjaar wekelijks 12 à 18 klokuren onderwijs, slechts 21% van de aangekomen eerstejaars is in of binnen twaalf maanden vertrokken, en 76% behaalt (met maximaal één jaar studievertraging) één of ander universitair bachelordiploma. Helaas laat de faculteit onvermeld welk percentage van de aangekomen studenten (met maximaal één jaar studievertraging) het Utrechtse bachelordiploma Rechtsgeleerdheid behaalt. Ook blijft het onduidelijk waarom de faculteit mei 2016 als peildatum heeft gekozen.
Bij raadpleging van de overheidswebsite Studiekeuze123.nl (peildatum oktober 2018) blijkt mijn neef zijn verwachtingen te moeten temperen: de Utrechtse eerstejaarsstudenten krijgen wekelijks slechts 6 à 12 klokuren onderwijs en slechts 59% behaalt (met maximaal één jaar studievertraging) het Utrechtse bachelordiploma Rechtsgeleerdheid (en dat slaagpercentage stijgt naar 62% als je ook andere universitaire bachelordiploma’s meerekent). Verder komt een verontrustend cijfer uit de hoge hoed: wie als eerstejaars minder dan 45 van de 60 studiepunten haalt, wordt uit de opleiding weggestuurd.
Maar je kunt ook nog een laatste update van Studie in Cijfers (peildatum oktober 2019) aanklikken. De Utrechtse eerstejaarsstudenten blijken nu toch weer 12 à 18 contacturen per week onderwijs te krijgen, terwijl het percentage studiestakers in het eerste jaar nog steeds 21% bedraagt. Het slaagpercentage (met maximaal één jaar studievertraging) voor het Utrechtse bachelordiploma Rechtsgeleerdheid blijft steken op 59%, zodat het vermoeden rijst dat de Utrechtse faculteit geprobeerd heeft haar aspirant-studenten om de tuin te leiden. Want met haar 76% heeft zij niet alleen andere universitaire bachelordiploma’s meegerekend maar ook gepercenteerd op {het aantal aangekomen eerstejaars minus het aantal studenten dat in het eerste studiejaar vertrokken is}.
We presenteren nu de Rotterdamse kengetallen. Volgens de Rotterdamse website (ultimo 2019) krijg je in het eerste cursusjaar wekelijks slechts 6 à 12 klokuren onderwijs (peildatum juli 2018). Maar liefst 38% van de aangekomen eerstejaars is in of binnen twaalf maanden vertrokken. Het is onduidelijk hoe dat komt, want volgens de faculteit wordt er niet geselecteerd, terwijl zij anderzijds vermeldt dat je wordt weggestuurd als je in het eerste jaar minder dan 60 studiepunten haalt. De faculteit doet er geheimzinnig over, want op de overheidswebsite Studiekeuze123.nl (peildatum oktober 2018) weten ze niks van dit wegstuurcriterium. Verder vermeldt de Rotterdamse site dat 41% van de aangekomen eerstejaars (met maximaal één jaar studievertraging) het bachelordiploma haalt, althans als je ook andere universitaire bachelordiploma’s meerekent. Vermoedelijk is dat een typfoutje, want volgens Studiekeuze123.nl (peildatum oktober 2018) behaalt 39% van de aangekomen eerstejaars (met maximaal één jaar studievertraging) het Rotterdamse bachelordiploma Rechtsgeleerdheid, terwijl dat stijgt naar 56% als je ook andere universitaire bachelordiploma’s meerekent.
Maar je kunt ook nog een laatste update van Studie in Cijfers (peildatum oktober 2019)) aanklikken. Het wekelijkse aantal Rotterdamse klokuren is nu opgelopen tot 12 à 18, terwijl het percentage studiestakers in het eerste jaar nu gestegen is naar 49%. De slaagpercentages (met maximaal één jaar studievertraging) voor het bachelordiploma (39% resp. 56%) blijven ongewijzigd.
Lees verder … (PDF)
Eén reactie op “Studie in Cijfers: een janboel”
schreef:
De rijksoverheid heeft een webpagina waar een overzicht wordt gegeven van het aantal uren onderwijstijd per onderwijssector: “Voor het hoger onderwijs bestaan er geen wettelijke richtlijnen voor de onderwijstijd. Universiteiten en hogescholen bepalen zelf het aantal contacturen.” Maar “voor het eerste studiejaar van de bacheloropleiding zijn afspraken gemaakt dat het aantal contacturen in 2015 tenminste 12 is. Deze afspraken zijn gemaakt in het kader van de prestatieafspraken voor het hoger onderwijs.” Vergelijk het VSNU-rapport Eindrapport Hoofdlijnenakkoord en Prestatieafspraken over de prestatieafspraken 2012 t/m 2015 (oktober 2016, pp.17 en 36). Maar het lijkt erop dat de prestatieafspraken niet alleen de onderwijsuren betreffen, maar alle contacturen (bv. ook de toets-uren).