Eind vorig jaar werden in het Volkskrantdebat ‘De Onderwijsagenda’ zes problemen op een rij gezet. Het vijfde probleem luidde: de talenten van leerlingen en studenten worden onvoldoende ontwikkeld. Gisteren heeft een deskundige jury zich uitgesproken over de aangedragen oplossingen (Volkskrantkatern Jong 28/9/2010). Wat de talentontwikkeling betreft, vindt zij de suggestie van Sywert van Lienden (oud-voorzitter LAKS) het overwegen waard: laat leerlingen per vak examen doen op het hoogste niveau dat ze aankunnen (Volkskrant 14/4/2010). Hij bedoelt: als je heel goed in Natuurkunde bent en slecht in Geschiedenis, krijg je de gelegenheid het examenvak Natuurkunde op VWO-niveau af te leggen, terwijl je voor Geschiedenis desgewenst met een eindexamen op HAVO- of MAVO-niveau kunt volstaan. Zodoende krijg je meer ruimte om je bèta-talent ten volle te ontwikkelen zonder het risico te lopen vanwege je eenzijdige begaafdheid naar een lagere schoolsoort te moeten ‘afstromen’. Omgekeerd kunnen stapelaars volstaan met ‘opstroom’ in de vakken waar ze goed in zijn, zonder dat ze het hele vakkenpakket van die hogere schoolsoort moeten verstouwen. Volgens Van Lienden wordt zodoende de zesjescultuur doorbroken. Je krijgt de ruimte om hoge cijfers te halen voor vakken waar je goed in bent omdat je minder tijd kwijt bent aan het bijspijkeren van vakken waar je moeite mee hebt.
Is dit oude wijn in nieuwe zakken? Ook in het bestaande Nederlandse onderwijsbestel kun je toch een eindexamenpakket kiezen dat zo goed mogelijk bij je talenten aansluit, waarbij je andere vakken laat vallen? Nee, het verschil zit in de certificering. Als men Sywerts suggestie uitwerkt, komt men volgens mij terecht op een modulair onderwijssysteem, gedifferentieerd naar onderwijstempo en eindniveau. Elke module wordt afgesloten met een tentamen dat een deelcertificaat oplevert. Het deelcertificaat Natuurkunde 1 geeft toegang tot de vervolgmodule Natuurkunde 2, en het deelcertificaat Natuurkunde 2 tot de module Natuurkunde 3, maar je mag de leerlijn Natuurkunde ook na voltooiing van de modules 1 of 2 afsluiten. Je hebt dus veel vrijheid om een eigen verzameling deelcertificaten op te bouwen. Maar het einddiploma van een opleiding wordt pas uitgereikt als die verzameling qua samenstelling en niveau aan bepaalde eisen voldoet.
Vermoedelijk heeft Van Lienden zich laten inspireren door de Amerikaanse highschool, waar leerlingen een veel grotere keuzevrijheid hebben dan in Nederland. Daar worden tevens eisen gesteld aan het Grade Point Average. Op die manier wordt niet alleen het aantal en het niveau van de behaalde deelcertificaten in de beschouwing betrokken maar ook de hoogte van de aldaar behaalde cijfers. Het deelcertificaat Natuurkunde 3 wordt laag gewaardeerd als je daarin slechts een zesje gescoord hebt. Amerikaanse highschoolleerlingen worden gestimuleerd het beste uit zichzelf te halen. Voor hen is een zesjescultuur ondenkbaar.