Tariq Ramadan: academische vrijheid (II)

/

Morgen organiseert de Erasmusuniversiteit een debat over academische vrijheid en verantwoordelijkheid. Een van de fundamenten van de academische vrijheid is het vrije verkeer van opvattingen. Men noemt dat de vrijheid van meningsuiting. Artikel 19 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens luidt: Everyone has the right to freedom of opinion and expression; this right includes freedom to hold opinions without interference and to seek, receive and impart information and ideas through any media and regardless of frontiers. Het behoort dus tot de mensen­rechten van gasthoogleraar Tariq Ramadan zijn opvattingen en die van anderen openbaar te maken, op welke wijze dan ook en via welk doorgeefluik dan ook, ongeacht door wie dat doorgeefluik beheerd wordt. Tariq Ramadan is door de Erasmus­universiteit de laan uit gestuurd omdat hij een verkeerd doorgeefluik (het Iraanse Press TV) zou hebben gekozen. Ergo: de Erasmusuniversiteit onderdrukt de vrijheid van meningsuiting.
Ja maar, kan de universiteit repliceren, hij heeft onverantwoordelijk gehandeld door een doorgeefluik te kiezen dat gefinancierd wordt door een bedenkelijk regime. Welnu, de ethische verantwoordelijkheden van docenten en onderzoekers zijn gecodificeerd in de Nederlandse Gedragscode Wetenschapsbeoefening (2004). Ik kan geen bepalingen vinden die hij met de keuze van dit doorgeefluik zou hebben geschonden. De Gedragscode bevat ook geen bepalingen waarin zou zijn vastgelegd dat wetenschappers zich moeten onthouden van activiteiten die de eer en goede naam van hun universiteit kunnen aantasten.

Alle reactiemogelijkheden zijn voor dit bericht momenteel gesloten.

2 reacties op “Tariq Ramadan: academische vrijheid (II)”

  1. Waarom is Press TV (gefinancierd door Iran) door Ramadan als doorgeefluik gekozen en niet een andere Engelstalige satellietzender? Ik ben in geen enkel opzicht deskundig op dit gebied, maar mag ik mijn persoonlijke theorietje geven? Ramadan is een soennitische moslim die in Europa woont. Hij houdt zich vooral bezig met de vraag hoe je als ingezetene van een West-Europees land zowel een goede moslim als een goede West-Europese burger kan zijn. Hij meent dat die twee hoedanigheden verenigbaar zijn en hij wil daarover met West-Europese moslims in discussie. West-Europese en Amerikaanse TV-zenders zijn in de ogen van zijn doelgroep niet 100% betrouwbaar, want die laten zich tegenwoordig teveel door anti-islamitische gevoelens leiden. De Engelstalige satelietzender Al Jazeera (gefinancierd door Qatar) is een goed podium voor het islamitische gedachtengoed, maar deze wordt nogal met de arabisch-talige, soennitische landen geassocieerd. De Engelstalige satelietzender TV-Press is voor de soenniet Ramadan interessant omdat die Iraanse zender eveneens positief tegenover de islam staat, maar gesponsord wordt door een niet-arabisch, sjiitisch regiem. Door dit podium te kiezen, geeft hij aan West-Europese moslims het signaal: ik ben een onafhankelijke moslimdenker, ik wil het met u uitsluitend over ons aller relatie tot de islam hebben (ongeacht of u de sjiitische of de soennitische richting bent toegedaan), en ik heb het dus niet zozeer over uw eventuele loyaliteiten met uw land van herkomst, met regionale (Noord-Afrikaanse, Turkse, Pakistaanse) culturele tradities, of met lokale of internationale politieke bewegingen. Hij heeft Press TV als Engelstalig podium en discussieplatform gekozen omdat hij meent dat hij via dit doorgeefluik zijn internationale doelgroep (moslims, waaronder met name West-Europese moslims) effectief kan bereiken. En dat is een cruciaal aspect van de vrijheid van meningsuiting: dat je een medium mag kiezen waarmee je je doelgroep bereikt. Alleen aan de inwoners van Iran zal zijn boodschap voorbijgaan, want in dat land zijn satellietschotels verboden.

  2. Rectificatie: het aangekondigde EUR-debat vindt pas op 4 september plaats.