Er was eens een Zwitserse staatsburger die voor vier dagen per maand bij de Erasmusuniversiteit werkte. Het gaat om een wisselleerstoel, betaald door de Gemeente Rotterdam. Hij werd begin 2007 voor twee jaar als gasthoogleraar aangesteld en dat contract is in 2009 voor twee jaar verlengd. In dat kader geeft hij wetenschappelijk onderwijs en verricht hij wetenschappelijk onderzoek. Hij is (co-)promotor in drie dissertatieprojecten. Daarnaast verricht hij advieswerkzaamheden voor de Gemeente Rotterdam.
Onlangs vernam de Gemeente dat hij sinds april 2008 tegen betaling werkzaamheden verricht voor een buitenlandse TV-zender die door een vreemde mogendheid gesponsord wordt: hij leidt een wekelijks discussieprogramma, waarbij overigens waarborgen tegen redactionele inmenging van de sponsor zijn gegeven. Bij de uitoefening van deze nevenwerkzaamheden heeft hij zich geenszins aan de politiek van de sponsor gecommitteerd. Maar het Gemeentebestuur en de Universiteit achten deze nevenwerkzaamheden onverenigbaar met zijn adviseursfunctie en met zijn hoogleraarschap. Daarom heeft de Gemeente de adviesrelatie met de hoogleraar beëindigd en de financiering van de wisselleerstoel stopgezet. En de Universiteit voegt daaraan toe dat hij als gasthoogleraar niet meer welkom is. Is dat ontslag verdedigbaar?
Lees verder … (PDF)
In par.6 neem ik het woord ‘geloofsbrieven’ in de mond. Dat kan misverstand wekken. Ik doel daarmee niet op de ambtelijk-bestuurlijke geloofsbrieven die hem door de Gemeente zijn verstrekt, maar op zijn wetenschappelijke geloofsbrieven: de bewijsstukken waaruit blijkt dat het mondiale Wetenschappelijk Forum voldoende vertrouwen heeft in het niveau van zijn wetenschapsbeoefening.
Op de site van NRC-Handelsblad staat ook een lezersdiscussie over het onderwerp.
Heeft de Universiteit (en/of de Gemeente) hem gesommeerd met de gewraakte nevenwerkzaamheden te stoppen alvorens hem te ontslaan? Wethouder Grashoff zegt daarover in NOVA-TV (18/8/2009) dat de Universiteit hem op 14/8/2009 heeft bericht: ‘Dit gaat niet’. En dat de betrokkene vervolgens schriftelijk zou hebben verklaard dat hij op dat moment niet overwoog met de uitzendingen te stoppen. Het wordt niet duidelijk op welke verklaring de wethouder doelt. Gaat het om de verklaring die de betrokkene op 13/8/2009 heeft opgesteld en die op Science Guide (17/8/2009) gepubliceerd is? Daarin zegt hij slechts dat hij begin september terug is van verre reizen, dat hij zich niet onder druk laat zetten en dat hij pas op dat moment, na alle feiten gecheckt te hebben, een weloverwogen beslissing zal nemen.
Science Guide heeft trouwens de stoot gegeven tot deze hele affaire. Op 12/8/2009 opende deze site met de bedenkelijke kop: Rotterdamse medewerking met Iraans regime. Uit die kop kan immers worden gelezen dat de Rotterdamse universiteit (naar het oordeel van de redactie van Science Guide) middels de nevenwerkzaamheden van een van haar hoogleraren meewerkt aan het Iraanse regime. Het artikel was niet ondertekend, waaruit we mogen opmaken dat de redactie de volle verantwoordelijkheid op zich nam, zowel voor de kop als voor de inhoud van het artikel.
UPDATE: Het verhaal van Grashoff is bevestigd door het College van Bestuur van de EUR (EM-Online 21/8/2009). De Universiteit heeft hem gesommeerd per direct met de uitzendingen te stoppen en toen hij daaraan niet per direct gevolg gaf, heeft het CvB hem ontslagen. EM-Online bericht ook nog dat hij per 1 september hoogleraar in Oxford wordt. Dus eventueel kunnen zijn Roterdamse promovendi aldaar bij hem terecht.
Bij nader inzien vermoed ik dat er van de volgende constructie gebruik is gemaakt:
1. Conform artikel 9.53 WHW heeft het College van Bestuur de Gemeente op haar verzoek bevoegd verklaard bij de faculteiten X en Y van de Universiteit een bijzondere (wissel-)leerstoel op vakgebied Z te vestigen.
2. Conform artikel 9.55 WHW heeft de Gemeente een buitenlandse kandidaat voor de duur van twee jaar op die leerstoel benoemd (met uitzicht op verlenging met nog eens twee jaar), met een arbeidsomvang van 0,2 fte. Deze benoeming is door het College van Bestuur bekrachtigd (maar het CvB had de benoeming ook met redenen omkleed kunnen blokkeren).
3. Conform artikel 9.58 WHW kan het College van Bestuur de eerstgenoemde bevoegdverklaring intrekken indien (…) het belang van het wetenschappelijk onderwijs zich ten gevolge van wijzigingen in de omstandigheden niet langer met die bevoegdverklaring verdraagt.
4. Ik begrijp hieruit dat alleen de Gemeente bevoegd is de door haar benoemde en gefinancierde bijzonder (gast-)hoogleraar te ontslaan en dat de Universiteit daarover niets te zeggen heeft. Als de Universiteit van de gasthoogleraar af wil, moet het CvB de bijzondere (wissel-)leerstoel opheffen door de Gemeente te berichten dat het CVB de eerdergenoemde bevoegdverklaring in het belang van het wetenschappelijk onderwijs meent te moeten intrekken.
5. Maar in het EUR-bestuursreglement (art.28) is bepaald dat over dit soort dingen vooraf schriftelijke afspraken worden gemaakt bij het vestigen van de leerstoel.
Uit een oogpunt van beroepsethiek van universitaire docenten en onderzoekers heeft het CDA in kamervragen (13/8/2009) een principiële kwestie aan minister Plasterk voorgelegd. In abstracto gaat het om de volgende vraag:
5. Bent u van oordeel dat een docent en/of onderzoeker, verbonden (al dan niet als werknemer) aan een Nederlandse universiteit, in of buiten zijn universitaire werk betrokken mag zijn bij een organisatie welke actieve steun verleent aan het beleid en de doelstellingen van een vreemde mogendheid die de rechten van de mens of de kernwaarden van de democratische rechtsstaat (met name ook jegens studenten en docenten/onderzoekers) met voeten treedt? Logische vervolgvragen zouden natuurlijk zijn:
5a. Zoja, kunt u de bepalingen van de Nederlandse Gedragscode Wetenschapsbeoefening aanwijzen waarop uw oordeel steunt?
5b. Zou u bij wijze van handreiking een overzicht willen geven van de vreemde mogendheden die Nederlandse universitaire docenten en onderzoekers volgens u op hun zwarte lijst zouden moeten plaatsen?
5c. Welke vormen van betrokkenheid acht u laakbaar?
Is Ramadan per 1 januari 2007 benoemd (en als werknemer in dienst genomen) door de Erasmusuniversiteit Rotterdam? Die suggestie wordt gewekt in een VN-artikel (6/1/2007) van VN-redacteur Robert van de Griend. Maar in dat artikel staan wel meer feitelijke onjuistheden: de persconferentie van de EUR was niet op 15 november doch op 15 december 2006, en Ramadan was in Oxford geen hoogleraar doch Visiting Research Fellow. In de tekst van haar eigen persbericht (december 2006) liet de Erasmusuniversiteit zorgvuldig in het midden door wie Ramadan tot (gast)hoogleraar benoemd was: zij heeft hem naar eigen zeggen uitgenodigd om onderwijs te geven en onderzoek te doen. Voorlopig houd ik het erop dat hij tot bijzonder (gast)hoogleraar benoemd is door de Gemeente Rotterdam, dat die benoeming door de EUR bekrachtigd is en dat hij dus nooit werknemer van deze universiteit geweest is.
Ron Ritzen schreef onlangs een artikel onder de titel VVD rommelt met de grondrechten (Sargasso 27/8/2009), waarin hij onder meer de (grond-)rechten van Tariq Ramadan op het gebied van academische vrijheid aansnijdt. In de reacties 35 e.v. op dat artikel gaat hij in discussie met George Knight, die van de stelling uitgaat dat Ramadan bijzonder hoogleraar was, benoemd door de Gemeente Rotterdam.
Ik had er tot nu toe overheengelezen, maar op zijn EUR-homepage staat het met zoveel woorden: de wisselleerstoel is gevestigd door de Gemeente Rotterdam. Hij is dus bijzonder hoogleraar: aangesteld door de Gemeente en niet door de EUR, en het is dan ook alleen de Gemeente die hem uit zijn functie van gasthoogleraar kan ontslaan. Is dat trouwens ooit eerder vertoond dat een bijzonder hoogleraar door een overheidsinstantie benoemd wordt? Uit een oogpunt van academische vrijheid kan ik me dat eigenlijk niet voorstellen, want van oudsher is de hoeksteen van academische vrijheid dat de Staat zich niet mag mengen in de wetenschapsbeoefening. Als de EUR een staatsorgaan bevoegd verklaart een bijzondere leerstoel te vestigen, wordt in elk geval de schijn gewekt dat zij de deur openzet voor staatsinvloed op de wetenschapsbeoefening.
In EM-Magazine (3/9/2009) vertellen hoofdredacteur Wieneke Gunneweg en wetenschapsredacteur Daan Rutten hoe de vork precies in de steel zit. Nou ja, precies … TR had geen contract met de EUR, maar hoe komt het dat hij zich per 1/1/2007 hoogleraar mocht noemen? Had hij op 31/12/2006 reeds de hoogleraarstitel op grond van een aanstelling bij een andere universiteit? Zo nee, dan was de EUR rechtstreeks bij zijn benoeming tot bijzonder hoogleraar betrokken!
UPDATE: waarnemend CvB-voorzitter Steven Lamberts beweert dat er een overeenkomst tussen EUR en Ramadan bestond (NRC 5/9/2009) en lijkt dus te suggereren dat hij EUR-medewerker was (De Volkskrant 4/9/2009).
UPDATE: de Gemeente Rotterdam heeft op 26 augustus jongstleden haar contract met Ramadan openbaar gemaakt. Daarnaast zou er nog een overeenkomst tussen Ramadan en EUR zijn gesloten, betreffende de concrete details van zijn gasthoogleraarschap. Uit het eerstgenoemde contract valt niet op te maken hoe de relatie tussen Ramadan en EUR in juridische zin is vormgegeven; er staat slechts dat de EUR resp. de Gemeente gerechtigd zijn z’n gasthoogleraarschap voortijdig te beëindigen, door de uitnodiging aan de gasthoogleraar in te trekken resp. door het contract op te zeggen.
Margalith Kleijwegt (VN 23/10/2009) bericht dat TR er een rechtszaak van maakt.