Vandaag, 23 april, organiseert het Comité Onderwijsorakels een sprekersmarathon over de innovatie van het hoger onderwijs. Ik doe daar graag aan mee. De aanleiding is dat de basisbeurs mogelijk met ingang van het studiejaar 2014/15 wordt afgeschaft en dat de OV-kaart mogelijk vervangen wordt door een kortingskaart. Naast deze afbouw van de studentensubsidies blijft het collegegeld jaarlijks stijgen. Dat brengt mij tot de volgende vraagstelling. Wat moet er in het hoger onderwijs veranderen als de eigen bijdrage die jaarlijks ten laste van de student komt, drastisch verhoogd wordt?
Lees verder … (PDF)
Vanavond mijn orakelpraatje gehouden in Utrecht. Leuk dat een van de andere praatjes gehouden werd door een student van misschien wel de laatste deeltijdopleiding van de Universiteit Utrecht (Geschiedenis). In mijn eigen praatje heb ik ook nog even vermeld dat ik na mijn kandidaatsexamen een halve baan had naast mijn studie. Vijftig jaar geleden kon dat nog allemaal in de alfa- en gammasector, al was het geen officieel deeltijdprogramma. Er traden vanavond ook twee UU-bestuurders op: Van der Zwaan en Wubbels. Ze hadden het over wederzijds commitment van docent en student en over matching. Maar ook over een stringente voorwaarde: dat de student moest ‘leveren’ wat hij krachtens de deal schuldig was. Maar ze lieten zich niet over de inhoud van de deal uit. Ik ben bang dat hun Utrechtse onderwijsmodel van fulltime studenten uitgaat, die 40 uur per week en 42 weken per jaar beschikbaar hebben voor hun studie (en in piekperioden misschien wel zes volle dagen per week). De uitspraken van de landsbestuurders en politici komen dan toch in een vreemd daglicht te staan: dat studenten die hun studie niet kunnen bekostigen, echt niet hoeven te lenen maar dat ze er ook voor kunnen kiezen te werken naast hun studie.
Eergisteren heeft de studentenorganisatie ISO alvast aangekondigd wat ze op de Onderwijsorakels zouden gaan zeggen (Science Guide 22/4/2013): ‘Als studenten en hun ouders meer gaan bijdragen zullen ook de kwaliteit en de studeerbaarheid van het onderwijs omhoog moeten. (…) Meer bijdragen betekent ook meer vrijheid om je studie zelf in te richten: maak het mogelijk dat studenten meer doen naast hun studie of meerdere studies volgen. Dat is niet alleen goed voor de eigen ontwikkeling, maar ook voor de maatschappij van morgen.’
Van harte mee eens, maar ze denken te weinig aan non-traditional students. Bijvoorbeeld aan studenten die na hun mbo-diploma naar het hbo doorstromen of na hun hbo-diploma naar het wo (eventueel zelfs na een periode van fulltime werk). Ook deze studenten willen meer vrijheid om hun studie zelf in te richten, doch meer in het bijzonder willen ze ruimte om de nodige bijspijkercursussen te doen, om te werken naast hun studie en om hun eventuele kinderen op te voeden. Nederlandse studentenorganisaties hebben daar een blinde vlek zitten.
Vox (12/4/2013 bericht dat er vanuit NOC*NSF een actieplan (Flexibel Onderwijs Topsporters) op stapel is gezet, waarmee men onder meer gedaan wil krijgen dat topsporters studiepunten kunnen verwerven voor competenties die in de topsport verworven worden. Dat is natuurlijk ook een manier om studievertraging ten gevolge van concurrerende bezigheden te bestrijden. Een bestaande ontwikkeling in dezelfde richting is de duaal ingerichte minor Leiderschap voor bestuurlijk actieve studenten die door de Hogeschool Utrecht aangeboden wordt. En ongetwijfeld worden er her en der al duale minors voor student-ondernemers aangeboden. Waarom is eigenlijk nog niemand op het idee gekomen om ook een duale minor Opvoeding (voor student-ouders) of een duale minor Efficiencyverhoging in Arbeidsorganisaties (voor werkstudenten) aan te bieden? In sommige beroepsgerichte studierichtingen bestaan trouwens al langer duale opleidingsvarianten waar off-the-job studie gecombineerd wordt met beroepsgebonden on-the-job praktijkleren in een betaalde halve baan.
In mijn blogbericht werd geen gewag gemaakt van een andere manier waarop vertraagde studenten het leven zuur wordt gemaakt: de harde knip (voorheen waterdichte schotten genaamd). Ik dacht dat zoiets binnen de bacheloropleiding niet meer bestond, hoewel ik er wat het hbo betreft mijn hand niet voor in het vuur zou willen steken. Tot nu toe moest de faculteit daartoe gebruik maken van haar bevoegdheid te bepalen dat vak Y niet mocht worden afgelegd voordat vak X voltooid was. Maar Erasmus Magazine (4/4/2013) bericht dat de Rechtenfaculteit (EUR) in het kader van de Bussemakerexperimenten een tamelijk harde knip tussen het tweede en derde cursusjaar gaat invoeren: een 45-puntennorm voor het tweede cursusjaar met gegarandeerd twee herkansingen, echter zonder judicium abeundi en zonder beperking van de geldigheidsduur van tentamens.