Casus I: De examencommissie van de Engelstalige bacheloropleiding IBMS van de Avans Hogeschool heeft beslist dat alle tweedejaarsstudenten het deeltentamen Budgeting moeten overdoen (Punt 31/3/2011). De reden is dat sommige studenten hadden gespiekt zonder dat de surveillanten dat hadden gemerkt. Dat is een zeer aanvechtbare beslissing van de examencommissie. In principe moet de examinator, of de surveillanten namens hem, bewijzen dat ik gespiekt heb of dat ik anderszins niet aan mijn verplichtingen als tentaminandus heb voldaan. Indien dat niet afdoende bewezen wordt, dan moet mijn prestatie gewoon beoordeeld en becijferd worden.
Casus II: Maar misschien was er iets anders aan de hand. Achteraf werd geklaagd dat sommige deelnemers tijdens de tentamensessie gebruik hadden gemaakt van hun mobieltje zonder dat de surveillanten dat hadden gemerkt. Tot zover is er geen verschil met casus I. Maar indien de examencommissie kan bewijzen dat in het examenreglement bepaald is dat het bezit van mobieltjes tijdens tentamensessies niet is toegestaan en als zij bovendien kan bewijzen dat de surveillanten hebben nagelaten adequaat te controleren of de deelnemers aan deze bepaling voldeden, dan, en alleen dan, kan de examencommissie het deeltentamen achteraf ongeldig verklaren.
Casus III: Voor een deel van de deelnemers was er evenwel nóg iets aan de hand. Het deeltentamen werd afgenomen in twee lokalen. Niets bijzonders, ware het niet dat de sessie in het ene lokaal al beëindigd was toen de sessie in het andere lokaal nog moest beginnen. Deelnemers uit de tweede lichting konden dus (al dan niet per mobieltje) worden ingeseind door deelnemers uit de eerste lichting. In dit geval kon de examencommissie achteraf in redelijkheid besluiten dat het deeltentamen van de tweede lichting ongeldig was.
Mijn conclusie: De gedupeerde studenten uit casus I kunnen hun gelijk halen bij het lokale College van Beroep voor de Examens. Ik verwacht dat het College de vreemde beslissing van de Examencommissie zal vernietigen. Maar de examencommissie mag van de deelnemers uit casus II en III verlangen dat ze het deeltentamen overdoen aangezien niet op deugdelijke wijze onderzoek is gedaan naar hun kennis, inzicht en vaardigheden. Zij kunnen echter van hun kant overwegen schadevergoeding te eisen omdat zij kostbare studietijd verloren hebben door het feit dat het deeltentamen op ondeugdelijke wijze is afgenomen.
In 2008 heeft de (Vlaamse) Raad voor Examenbetwistingen een uitspraak gedaan ten gunste van een student van wie niet kon worden uitgesloten dat hij voorkennis had van de tentamenvragen (Onderwijsethiek 26/6/2008). De Raad vonniste op basis van casus I (fraude van sommige tentamendeelnemers), terwijl de examencommissie volhield dat hier van casus III gesproken moest worden (ondeugdelijke afnamecondities).