Staatssecretaris Dekker wil graag te weten komen hoe onderwijsprofessionals denken over de mogelijkheden om het onderwijs meer “toekomstbestendig” te maken (Nationale Onderwijsgids 2/12/2016). Daartoe heeft hij het onderzoeksbureau Regioplan opdracht gegeven in december digitale discussieplatforms te organiseren voor respectievelijk leraren, schoolleiders en schoolbestuurders.
Men noemt landen of bedrijven toekomstbestendig als ze in staat worden geacht toekomstige kansen te grijpen en toekomstige bedreigingen het hoofd te bieden. Ze hebben voldoende potentie om in woelige tijden het hoofd boven water te houden en succesvol te opereren. De kabinetten Rutte-I en Rutte-II hebben zich tijdens de Eurocrisis ingespannen Nederland toekomstbestendiger te maken door onze internationale concurrentiekracht te verhogen. Door strenge bezuiniging op de overheidsuitgaven, afslanking van het overheidsapparaat, privatisering van het economisch leven en afwenteling van lasten op de burgers moest de Nederlandse economie Sterker Uit De Crisis Komen.
Op het eerste gezicht sluit de staatssecretaris met zijn initiatief bij deze bezuinigingstraditie aan. Van de discussianten wordt gevraagd te inventariseren hoe scholen tegen lagere kosten geëxploiteerd kunnen worden. Als voorbeelden worden genoemd: verminderen we de onderwijstijd? laten we de lessen opvangen door onderwijsassistenten? vergroten we de klassen? schaffen we het taakbeleid af? Maar de verzamelde bezuinigingsideeën dienen voor de staatssecretaris een hoger doel: de aldus vrijgemaakte personeelstijd moet worden ingezet om toekomstbestendige onderwijsverbetering tot stand te brengen. Bijvoorbeeld in de sfeer van flexibiliteit, leren met ict, gepersonaliseerd leren en onderwijsteams.
Helaas worden de bedoelingen van de staatssecretaris slechts summier toegelicht door Regioplan. De staatssecretaris constateert dat de onderwijsprofessionals door hun hoge werkdruk niet toekomen aan toekomstbestendige onderwijsverbetering maar hij toont zich niet bereid tijdelijk méér personele middelen te verschaffen om de werkdruk te verlagen zodat noodzakelijke onderwijsverbeteringen doelgericht kunnen worden aangepakt. De investeringen die gemoeid zijn met het realiseren van toekomstbestendige onderwijsverbetering moeten volgens hem ten laste van het huidige exploitatiebudget worden gebracht. De staatssecretaris gaat voorbij aan de vraag of de huidige leerlingengeneraties niet de dupe zullen worden van deze tijdelijke aanslag op het exploitatiebudget. Of worden we gewoon om de tuin geleid? In hoeverre is toekomstbestendige verbetering van ons onderwijs een eufemistische vlag die geen andere lading dekt dan projectmatig-bezuinigen-zonder-kwaliteitsverlies?
Zie ook: Projectomschrijving en Persbericht van Regioplan (november 2016)
Eén reactie op “Toekomstbestendig onderwijs”
schreef:
Begin november circuleerde er op de websites van de Algemene Vereniging Schoolleiders en de Federatie van Onderwijsvakorganisaties een tekst die minder de geur van bezuiniging ademde:
“Waarom meedoen? Onderwijsverbetering vergt tijd. Hoe kan die tijd het beste worden vrijgemaakt? Laat uw mening hierover gelden op het platform. Hoe meer mensen meedoen, hoe beter het antwoord op de vragen:
a) Wat zijn de beste manieren om tijd te creëren voor onderwijsverbetering [bijvoorbeeld iets doen aan de onderwijstijd, meer docenten of onderwijsassistenten inzetten, een andere les- en klassenstructuur en/of het onderwijs anders inrichten]?
b) Wat zijn voor- en nadelen van de verschillende manieren?
c) Wat is de ideale invulling van de vrijgekomen tijd?”