In de Washington Post (4/1/2015) wijdt Ovetta Wiggins een enthousiast artikel aan het tweetalige onderwijsprogramma van de openbare basisschool Cesar Chavez in Hyattsville, nabij Washington DC. Vijftig procent van de lessen wordt in het Spaans gegeven. Voorlopig gaat het nog om enkele kleuterklassen: door loting wordt bepaald wie in de tweetalige klassen geplaatst wordt, maar de bedoeling is dat het hele schoolprogramma tweetalig wordt. Deze innovatie komt voort uit het internationaliseringsbeleid van het bestuur van het schooldistrict. Kinderen moeten worden voorbereid op een arbeidsmarkt die steeds meer raakvlakken met het buitenland krijgt.
Waarom kiest deze basisschool voor Spaans als tweede taal? Voor Noord-Amerika is het Latijns-Amerikaanse buitenland in economisch opzicht van grote betekenis, maar Ovetta Wiggins gaat niet op de vraag in of deze school nog andere redenen heeft om tweetalig onderwijs in te voeren. De meeste leerlingen zijn lower-class en lower-middleclass (83% heeft recht op lunchsubsidie). Zij behoren dus tot een relatief kansarme bevolkingscategorie en daarom is het voor hen van groot belang dat ze hun beschikbare talenten optimaal tot ontwikkeling brengen. De school richtte zich vanouds op de Hispanic bevolkingsgroep. Momenteel is het leerlingenbestand voor 50% Hispanic en voor 42% African-American. Uit het oogpunt van talentontwikkeling is de Spaanstalige familieachtergrond van de Hispanics een stukje ‘cultureel kapitaal’ waarmee ze zuinig moeten omspringen: zij verkeren in een uitstekende startpositie om de Spaanse taal tot in de puntjes onder de knie te krijgen. Bovendien draagt beheersing van de Spaanse taal bij tot een stabiele opvoedingssituatie. Zodoende kunnen ze immers zowel in het Engels als in het Spaans met hun ouders en familieleden communiceren.
Maar hoe zit het met de andere helft van het leerlingenbestand? Voorheen konden de autochtone leerlingen geen enkel voordeel putten uit het feit dat de school voor 50% uit allochtonen (Hispanics) bestond. Het etnisch gemengde leerlingenbestand hielp hen niet echt om een kei in de eigen (Engelse) taal te worden. Maar door de invoering van tweetalig onderwijs creëert de school een gelijk speelveld. De tweetalige klassen bestaan voor de ene helft uit allochtone (Hispanic) en voor de andere helft uit autochtone leerlingen. De ene helft heeft een voorsprong in het Spaans en de andere helft een voorsprong in het Engels. Zo kunnen de klasgenoten elkaar helpen om, vanuit trotse beheersing van hun moedertaal, beide talen onder de knie te krijgen.
Lees verder … (PDF)
Eén reactie op “Tweetalige basisschool in Hyattsville”
schreef:
In de Washington Post (7/1/2015) wordt bericht over een brief van het federale Ministerie van Onderwijs over het recht van allochtone kinderen op gerichte faciliteiten om Engels te leren. Het tweetalige onderwijs in Hyattsville past dus niet alleen in het internationaliseringsbeleid maar ook in het integratiebeleid van het ministerie: tweetalig onderwijs (voorheen OALT) wordt in de brief uitdrukkelijk genoemd als een strategie opdat allochtone kinderen zowel hun moedertaal als het Engels perfect leren beheersen.