Vaderlandsliefde op school

Men mag leerlingen niet indoctrineren, maar mag men hun wel vaderlandsliefde bijbrengen? In de Verenigde Staten wordt dat door velen als een deugd beschouwd die leerlingen moet worden ingeprent. Het eerste lesuur van elke schooldag begint met de Pledge of Allegiance: de leerlingen staan in de houding en met de hand op het hart beloven ze trouw aan de Amerikaanse vlag en aan de basiswaarden van de republiek. Daar zijn in de loop der geschiedenis al heel wat processen over gevoerd. Niet over de toelaatbaarheid van dit soort ‘patriotic exercises’, maar over de vraag of leerlingen gedwongen kunnen worden eraan mee te doen. Mag men hen dwingen op ceremoniële wijze opvattingen te onderschrijven, ook al zouden ze daar zelf niet achter staan? Nee, het is inmiddels een vaststaand feit dat iedere leerling in de USA het grondwettelijk recht heeft de gelofte te weigeren en zelfs te blijven zitten tijdens deze dagelijkse ceremonie.
Maar in tijden van oorlog lopen de gemoederen hoog op. Vorige maand was er een dertienjarige leerling, op een openbare school in de buurt van Washington, die inderdaad verkoos te blijven zitten. De vaderlandslievende leraar reageerde verontwaardigd. Hij sommeerde haar te gaan staan en toen ze dat niet deed werd ze de klas uit gestuurd, naar het stafkantoor. De volgende dag idem dito, maar ditmaal werd ze, nagejouwd door klasgenoten, door twee beveiligingsbeambten naar het stafkantoor geëscorteerd. Sindsdien is het meisje door haar moeder thuisgehouden en ze hebben een burgerrechtenadvocaat in de arm genomen. Deze eist dat de leraar excuses aanbiedt. Bovendien heeft de advocaat voorgesteld dat er een klassegesprek over burgerrechten georganiseerd wordt.
Bron: Jenna Johnson in de Washington Post (24/2/2010 a, b, c).

Eén reactie op “Vaderlandsliefde op school”