Waarom verzetten mensen zich tegen veranderingen, vraagt Wilfred Rubens zich op zijn weblog af (26/9/2012). Verwijzend naar Rosabeth Ross Kanter (Harvard Business Review 25/9/2012) noemt hij tien redenen. Vervolgens draagt hij nog een elfde reden aan, namelijk dat mensen niet inzien waarom de voorgestelde veranderingen ook in hun eigen belang zijn.
Elf is het gekkengetal, dus laten we het lijstje met een twaalfde reden completeren, die betrekking heeft op het spanningsveld tussen managers en change agents enerzijds en professionals op de werkvloer anderzijds. Waarom verzetten sommige leraren/ docenten zich tegen sommige initiatieven van sommige onderwijsveranderaars? Omdat het veranderingsplan naar hun oordeel onvoldragen is. De bevlogen veranderaars hebben de voordelen en kansen opgesomd, maar gaan niet op de nadelen, kosten en risico’s in. Ze schetsen de hoge belangen die ermee gediend zijn, maar laten de schadelijke effecten voor leerlingen/ studenten buiten beschouwing. Ze schermen met modieus vernieuwingsjargon, maar verzwijgen de hidden agenda’s die achter de plannen schuilgaan. Ze idealiseren deze ene oplossing, maar geven geen gedegen analyse van de problemen die moeten worden opgelost en van de oplossingsalternatieven die voorhanden zijn. Ze brengen de doelen van de veranderingsoperatie keurig in kaart, maar hebben niet de condities geïnventariseerd die vervuld moeten worden om de operatie tot een succes te maken. Ze doen of ze alles onder controle hebben, maar kritische kantekeningen wuiven ze weg, en ze laten geen contra-expertise toe om hun plannen te toetsen. Ze zetten hun project onverwijld in gang, maar stippelen geen beleid uit om de beoogde veranderingsprocessen vijf jaar lang te monitoren, te begeleiden en bij te sturen.
Weerstand nummer twaalf luidt dus als volgt. Een veranderingsproject roept verzet bij professionele werkers op als de initiatiefnemers zich niet bereid of in staat tonen deugdelijke en evenwichtige analyses en plannen op tafel te brengen, en als zij go-beslissingen forceren terwijl de professionals op de werkvloer oordelen dat deze niet voldoende doordacht en verantwoord zijn.
Ik kan mijn verhaal ook anders formuleren. Rubens (en Ross Kanter) hanteren een leiderschapsparadigma. Zij gaan ervan uit dat er verstandige leiders zijn die op basis van goede analyses geconcludeerd hebben dat een bepaalde verandering noodzakelijk, of in elk geval wenselijk is. Deze leiders worden geconfronteerd met weerstanden en zij moeten maatregelen nemen om die weerstanden te overwinnen. Daartoe moeten ze onderzoeken welke redenen de opponenten hebben om zich tegen de verandering te verzetten.
Wat ik voorstel is om (al was het maar bij wijze van gedachtenexperiment) de grenzen van dit paradigma te doorbreken. Zou het kunnen zijn dat de leiders het niet bij het rechte eind hebben of dat hun veranderingsplannen nog onvoldragen zijn? In dat geval mogen ze blij zijn dat er mensen opstaan die hun plannen proberen tegen te houden of die menen dat er nog veel werk aan de winkel is voordat de beoogde veranderingen kunnen worden ingevoerd.