Moet pesten verboden worden, vraagt Aaron Mirck zich af (De Jaap 17/12/2012). Nee, antwoordt hij, want daarmee maakt men al gauw inbreuk op de vrijheid van meningsuiting. Volgens hem moet men volstaan met krachtige handhaving van het wettelijke verbod op racisme, discriminatie, geweld en dergelijke. Maar er schort wat aan zijn vraagstelling. Een vruchtbaarder vraag is: moeten doelorganisaties, zoals scholen of bedrijven, leerlingen of werknemers beschermen tegen pestgedrag waardoor hun
Anderzijds kan een school er tevens naar streven de weerbaarheid van haar leerlingen te verhogen, zodat ze minder schade ondervinden van pestgedrag. In dat verband moet zij ook sommige vormen van pesten door de vingers zien, namelijk als dat uit zelfverdediging plaatsvindt (ter bescherming van het eigen leerrecht). Meer in het algemeen kan men stellen dat pestgedrag pas strafwaardig is als het grotere schade toebrengt dan wat onder de gegeven omstandigheden in een gezonde doelorganisatie toelaatbaar kan worden geacht. Maar met deze stellingname begeef ik me op glad ijs.
Pesten en uitsluiten kan een effectieve manier van ‘sociale controle’ zijn om iemand duidelijk te maken dat zijn of haar gedrag niet getolereerd wordt. In een gezonde doelorganisatie worden daaraan evenwel duidelijke grenzen gesteld: in hoeverre worden brute middelen door het beoogde doel geheiligd en waar ligt het omslagpunt dat sociale controle in verwerpelijke onverdraagzaamheid ontaardt?
Volgens Mirck biedt de wet voldoende mogelijkheden om mensen tegen pesten te beschermen. Zo zijn er in het Wetboek van Strafrecht ook artikelen tegen belediging (artt. 261-271) en tegen belaging of stalking (art.285b). Op de website School en Veiligheid worden mogelijke juridische stappen tegen pesten behandeld. Ook Pestweb.nl biedt documentatie.
Sjoerd van Hoorn wil de vrijheid van meningsuiting beperken om slachtoffers tegen pesten te beschermen. Ziehier zijn verhaal en mijn commentaar.