Iemand kan ongestraft beweren dat godsdienst de opium van het volk is of dat de joodse godsdienst naar etnocentrisme zweemt. Zulke religiekritiek behoort tot zijn vrijheid van meningsuiting. Maar mag iemand de islam als gewelddadig of de Koran als fascistisch bestempelen? Dat gaat minister Hirsch Ballin (Justitie) te ver. Eind april kwam een concept-brief naar buiten waarin hij voorstelt ‘ernstige beledigingen aan het adres van een godsdienst of levensovertuiging’ strafbaar te stellen, als deze tot gevolg hebben dat belijders ervan zich belasterd voelen. Op die manier wil hij tegengaan dat een bevolkingsgroep onder het mom van religiekritiek wordt zwartgemaakt.
Maar afgelopen vrijdag werd zijn moedige brief door het Kabinet verworpen (De Volkskrant 10/5/2008 p.2). ‘Ik vind jou een achterlijke moslim’ is een strafbare belediging. En ‘Alle moslims zijn terroristen’ mag evenmin. Maar tegen lasterlijke uitlatingen over het gedachtengoed van de islam wil het Kabinet blijkbaar niet optreden.
In Het Betoog (De Volkskrant 10/5/2008 p.7) hekelt onderwijzer Peter van de Bunt meer in het algemeen de kwetsende uitlatingen van sommige politici. De aanleiding tot zijn lezersbrief is het wangedrag van parlementariĆ«r Hero Brinkman. De briefschrijver tracht zijn pupillen te leren dat ze respectvol met elkaar moeten omgaan en dat ze hun vrijheid van meningsuiting nooit en te nimmer mogen misbruiken als een ‘vrijheid van kwetsen, schelden en beledigen’. Maar die pedagogische boodschap wordt wel erg ongeloofwaardig als leden van de maatschappelijke en intellectuele elite daar niet naar handelen, de vrijheid van meningsuiting verabsoluteren en de publieke moraal ondergraven. Slecht voorbeeld (van volwassenen) doet slecht volgen (door kinderen), aldus Van de Bunt. Zolang parlementariĆ«rs zich niet aan de normen van de democratische rechtsstaat hoeven te houden, dweilen leerkrachten met de kraan open.