Woede en wanhoop in de klas

/

Nan Waldman schreef dit weekend over emotionele uitbarstingen van leerlingen in de klas (Quora 9/8/2012). In één-op-één sessies heeft zij gemerkt dat leerlingen beter functioneren als ze de mogelijkheid krijgen zich te bewegen en hun gevoelens te uiten. Zij constateert evenwel dat leerlingen in de klas vaak voor hun beweeglijkheid gestraft worden. Maar het traditionele beeld van de ideale leerling, muisstil en liefst met de armen over elkaar, is niet meer van deze tijd.
Daarop doordenkend is Waldman blij met een artikel van Luke Reynolds in Education Week (8/8/2012), die het over klassen­management heeft: hoe moet je omgaan met emotionele uitbarstingen van leerlingen? Ze verstoren de orde in de klas en er lijkt vaak niets anders op te zitten dan hen daarvoor te straffen. Maar wat ze aldus leren is dat ze hun gevoelens moeten inslikken en onderdrukken. Zo gaat het van kwaad tot erger. Om die vicieuze cirkel te doorbreken moet er volgens Reynolds meer geïnves­teerd worden in sociaal-emotionele vorming, zodat ze leren hoe je effectiever met je emoties kan omgaan.
Laten we proberen te inventariseren welke alternatieven er zoal zijn als men in plaats van straffende interventies de sociaal-emotionele vorming voorop wil stellen. Volgens Reynolds moet men de klassen niet te groot maken, zodat de communicatie tussen leraar en leerling niet zo gauw uit de hand loopt. Verder kan men denken aan time-out maatrege­len (geen straf opleggen maar even afkoelen buiten de klas), eventueel gecombineerd met een herstelrechtelijke benadering (als de leerling leertijd verspeelt, moet hij deze op een later moment inhalen). Eveneens in de herstelrechtelijke sfeer ligt het excuusgesprek in het geval van (al dan niet wederkerige) belediging: de aangerichte schade wordt goed­gemaakt. Men kan ook denken aan het bevorderen van evaluatie: de leerling krijgt hulp om te reflecteren op het voorval (hoe kwam het? waarom escaleerde het? hoe had ik het anders kunnen doen?). Maar naast dergelijke persoonlijke evaluatie-achteraf kan men ook de draad van de weder­zijdse communicatie weer trachten op te pakken, die in de klas was afgebroken. In een nagesprek tussen leraar en leerling staat dan de vraag centraal: wat wilde je eigenlijk zeggen met je emotionele uitbarsting, kun je inmiddels preciezer onder woorden brengen wat je met mij of met je klasgenoten wilde delen? Mocht daarbij blijken dat de pijn vooral door het gedrag van klas­genoten veroorzaakt was, dan kan er wellicht reden zijn een gesprek tussen de betrokken leerlingen te beleggen.
Bron: The problem with punishing emotions (Luke Reynolds in Education Week 8/8/2012), als view-only bestand te raadplegen op www.quora.com (9/8/2012).

Alle reactiemogelijkheden zijn voor dit bericht momenteel gesloten.