Zendbrief tegen zedenverwildering

/

Een hoogleraar van de openbare Technische Universiteit Delft (TUD) heeft publiekelijk een orthodox-christelijke zendbrief tegen zedenverwildering onderschreven. In deze zendbrief (de zgn. Nashvilleverklaring) wordt beweerd dat homoseksueel gedrag, evenals overspel en andere seksuele liefhebberijen, in het licht van de Bijbelse Boodschap zondig is. Daar zal niemand van opkijken. Onkuisheid wordt immers sinds mensenheugenis als één van de zeven hoofdzonden beschouwd. Maar homoseksuele studenten kunnen dit als respectloos ervaren. Zij kunnen erop wijzen dat de uitlatingen van de docent strijdig zijn met het inclusieve gedachtengoed van de TUD. Het Openbaar Ministerie heeft zelfs aangekondigd een onderzoek te starten naar de eventuele onrechtmatigheid van de Nashvilleverklaring: is dit groepsbelediging of wordt hier tot discriminatie van praktiserende homo­seksuelen opgeroepen?
Naar mijn indruk is de Nashvilleverklaring echter vooral voor intern gebruik bedoeld. De ver­talers en onderschrijvers van de zendbrief richten zich tot de leden en vrienden van orthodox-christelijke kerkgemeenschappen: bekeer u tot het smalle pad dat naar het Koninkrijk Gods leidt! En misschien richt de Verklaring zich, nog specifieker, tot de orthodox-christelijke predikanten en pastorale werkers: het is zondig om zondig gedrag te vergoelijken! houd u verre van valse profeten die de traditionele definitie van zondig gedrag willen uithollen en die de gelovigen voorspiegelen dat ze het Koninkrijk Gods wel deelachtig kunnen worden, ook al vol­harden ze in hun zedeloos gedrag! Volgens mij maken de vertalers van de Verklaring zich niet schuldig aan groepsbelediging en roepen ze hun geloofsgenoten evenmin op om praktiserende homoseksuelen te discrimineren. [Maar er bestaat wel een risico dat sommige kerkgemeen­schappen zich door de Verklaring gesterkt voelen in een neiging om praktiserende homoseksu­elen in eigen kring terecht te wijzen en eventueel ook uit de eigen kring te weren].
Er zijn ook geen aanwijzingen dat de betrokken Delftse docent misbruik tracht te maken van zijn positie met het doel de refor­matorische veroordeling van homoseksueel gedrag middels zijn onderwijs ingang te doen vinden. Ik denk dat de Verklaring voor het O.M. geen aanleiding biedt om vervolging in te stellen en dat de Delftse docent evenmin van onprofessioneel handelen beticht kan worden. Hij kan zich beroepen op zijn vrijheid van meningsuiting.
Lees verder … (PDF)

Alle reactiemogelijkheden zijn voor dit bericht momenteel gesloten.

3 reacties op “Zendbrief tegen zedenverwildering”

  1. Ik kan het blogbericht misschien het beste samenvatten in de volgende drieledige vraag. Maakt iemand zich schuldig aan groepsbelediging of (oproep tot) discriminatie tegen praktiserende homoseksuelen:
    1. wanneer hij, woonachtig in Nederland, als rechtsgeleerde moslim publiekelijk beweert dat de rechter in een islamitische staat (waar de Sharia als wet geldt) in overeenstemming met zijn taakopdracht handelt indien hij hen tot de doodstraf veroordeelt?
    2. wanneer hij als lid van een orthodox-christelijke kerkgemeenschap publiekelijk beweert dat hun gedrag in strijd met de Bijbelse voorschriften en dus zondig is?
    2.1 wanneer hij hen als leden van zijn kerkgemeenschap publiekelijk oproept hun zondig gedrag af te zweren?
    2.1.1 wanneer hij de zielenherders van zijn kerkgenootschap publiekelijk voorhoudt dat ze zware zonden plegen als ze hun schapen voorspiegelen dat onkuis (bv. homoseksueel) gedrag niet per definitie zondig is?
    2.1.2 wanneer hij de leden van zijn kerkgemeenschap publiekelijk oproept praktiserende homoseksuelen die tot hun kerkge­meen­schap behoren, tot inkeer te brengen?
    2.1.3 … en hen publiekelijk oproept hun gedrag te veroordelen en hen eventueel zelfs te excommuniceren?
    2.2 wanneer hij de leden van zijn kerkgenootschap publiekelijk oproept te bevorderen dat christelijke onderwijsinstellingen in eigen kring uitdragen dat het zondig is om homoseksueel gedrag te praktiseren?
    2.2.1 … dat christelijke onderwijsinstellingen hun praktiserende leraren en leerlingen tot inkeer trachten te brengen?
    2.2.2 … dat christelijke onderwijsinstellingen praktiserende homoseksuelen niet toelaten tot de instelling en dat ze hen, na waarschuwingen, uit de instelling verwijderen als ze in hun zondig gedrag volharden?
    3. wanneer hij (als lid van een orthodox-christelijke kerkgemeenschap) alle christenen, van welke denominatie dan ook, publiekelijk oproept om zedenverwildering in de samenleving (waaronder praktisering van homoseksualiteit) tegen te gaan en om zelf het goede voorbeeld te geven door een kuise levenswandel te kiezen en de praktisering van homoseksualiteit af te zweren?
    3.1 … als hij daarbij aantekent dat christenen hun plicht tot het betonen van naastenliefde jegens zondaars niet mogen verzaken (in de hoop dat ze uiteindelijk tot inkeer zullen komen)?
    3.2 … als hij daarbij aantekent dat ze de persoonlijke omgang met praktiserende homoseksuelen beter kunnen vermijden (want wie met pek omgaat wordt erdoor besmet)?

  2. De ministers Slob (basis- en voortgezet onderwijs) en Van Engelshoven (emancipatie) hebben op 14/2/2019 de Kamervragen over het Goudse Driestar College beantwoord. Door de ministers wordt geen antwoord gegeven op Kamervraag nr.2: wat vindt u ervan dat een bestuurder van een scholengemeenschap de Nashville-verklaring ondertekent onder vermelding van de naam van deze scholengemeenschap [terwijl een particuliere hogeschool uit Rotterdam wellicht haar accreditatie ontnomen gaat worden vanwege het feit dat haar bestuurder (niet in functie zijnde!) uitspraken heeft gedaan die uit het zelfde oudtestamentische gedachtengoed voortkomen als de Nashvilleverklaring]?

  3. Het Openbaar Ministerie heeft bekendgemaakt (12/3/2020) dat het publiceren of ondertekenen van de Nederlandse vertaling van de homofobe Nashvilleverklaring naar zijn oordeel in het licht van het Nederlandse Wetboek van Strafrecht niet strafbaar is. Het OM zal dus niet tot vervolging overgaan.