• Fouad heeft een autistische functiebeperking

    /

    2 reacties

    Maandag 30 september 2024 was de vierde voorberei­dende zitting van het strafproces tegen Fouad L. Hij wordt verdacht van een drievoudige moord, gepleegd op 28 september 2023. Op de derde zitting, in juli, maakte het OM bekend dat de Rotterdamse geneeskundestudent bij het aanvankelijke politieverhoor had verklaard waarom hij zijn misdaad had begaan: “Ik was extreem boos op het Erasmus MC. Ik heb al mijn studiepunten [van de masteropleiding behaald], maar ze [d.w.z. de examencommissie] willen mij [op grond van een justitiële antecedenten­rapportage] geen diploma geven. Ik kom niet vooruit en niet achteruit. Ik kan op mijn 32ste geen nieuwe studie doen, ik heb geen baan [althans niet meer, want de werkgever wilde vóór indiensttreding het diploma zien] en straks ook geen huis [want binnenkort volgt huisuitzetting wegens huurschuld].”
    Op de recente, vierde zitting heeft het OM meer licht geworpen op de psychische gesteldheid van de verdachte (zie Bijlage I). Donderdag 26 sep­tember bracht het Pieter Baan Centrum (PBC) namelijk de rapportage van het forensische observatieonderzoek uit. De gedragsdeskundigen concluderen dat Fouad behept is met een stoornis in het autistisch spectrum. Die indruk bestond ook al bij de Rotterdamse faculteit waar Fouad Geneeskunde studeerde: zij gaven hem het etiket Asperger (hoogbegaafd doch autistisch). Dat vertelde Fouad op het discussieplatform 4Chan (5/6 augustus 2023). Fouad karakteriseerde zichzelf als introvert. Naar eigen ervaring kon hij door zijn hoge intelligentie moeilijk aansluiting bij anderen vinden. Hij wilde na zijn basisartsexamen medisch onderzoeker worden.
    Het PBC acht de verdachte verminderd toerekeningsvatbaar en geeft de rechtbank het advies hem, behalve de eventuele gevangenisstraf, TBS met dwangverpleging op te leggen. De PBC-rapportage is niet openbaar. We komen dus niet te weten hoe de autistische functiebeperking volgens de gedragsdeskundigen van invloed is geweest op de daden van de verdachte. Het is zeer denkbaar dat Fouad L. niet goed kan omgaan met over­belasting en stress. In dat geval zou het OM moeten onderzoeken, in de maanden die resteren tot het strafproces (zie Bijlage II), welke stress­factoren bij Fouad in het spel zijn geweest. Bij het bepalen van de strafmaat zouden deze factoren ook als verzachtende omstandigheden kunnen worden meegewogen. In Bijlage III wordt geïnventariseerd uit welke bronnen het OM kan putten bij dat onderzoek, waaronder de negentien blog­berichten die ik tot nu toe aan “de zaak-Fouad-L” gewijd heb.
    Maar laten we eerst samenvatten wat wij als buitenstaanders tot nu toe te weten zijn gekomen. Bij gebrek aan andere gegevens moeten we daarbij zwaar leunen op de gegevens die Fouad zelf heeft aangeleverd (discussieplatform 4Chan) en op het Reflectierapport casus Fouad L.
    Lees verder … (PDF)

  • Erasmus humaniseert

    /

    De faculteit Geneeskunde van de Erasmusuniversiteit te Rotterdam tracht studenten met een functiebeperking te weren, althans als hun handicap afbreuk kan doen aan de uitoefening van het artsenberoep. Dat blijkt uit de Onderwijs- en Examenregeling (OER, bijlage 5) van de masteropleiding: als er signalen zijn dat studenten onvoldoende beschikken over “de algemene vaardigheden die zijn vereist in het contact met anderen”, dan komen ze in een strenge selectieprocedure terecht. Er wordt dan een onafhankelijke beoordelaar ingeschakeld om te onderzoeken of de betrokken student dóór mag gaan in de medische studie (en zo ja onder welke voorwaarden), of dat hij/zij beter kan omzwaaien naar een andere opleiding. Tot nu toe had de examencommissie bovendien, krachtens de OER, de bevoegdheid sancties (zoals schorsingen) op te leggen om onwillige studenten te bewegen de opleiding te verlaten. Maar op 1 september aanstaande wordt een humanere, nieuwe versie van bijlage 5 ingevoerd, waarmee deze bevoegdheid komt te vervallen. Voortaan mogen gehandicapte studenten zelf bepalen of ze gevolg geven aan het advies van de examencommissie; het staat hun vrij het advies naast zich neer te leggen en toch te proberen het masterdiploma Basisarts te behalen.
    Waar komt deze beleidswijziging vandaan? Sinds 28 september 2023 zijn de Rotterdamse instanties doende geweest met een zelfonderzoek naar hun eigen rol in het drievoudige moorddrama. De uitkomsten zijn inmiddels gepubliceerd in het Reflectierapport casus Fouad L. En de faculteit Geneeskunde heeft een eigen reflectieproject op touw gezet over haar handelen jegens de masterstudent Fouad L., maar bij mijn weten zijn de uitkomsten daarvan nog niet openbaar gemaakt. Waarschijnlijk heeft dat project geleid tot de nu ingezette humanisering van de selectieprocedures binnen de masteropleiding. Naar eigen zeggen was Fouad L. immers gelabeld als Asperger (hoogbegaafd doch autistisch) en werd hij door de examencommissie herhaaldelijk vergast op schorsingen van een half jaar. En het slot van het verhaal is bekend: de examencommissie weigerde hem het masterdiploma toe te kennen (terwijl hij alle benodigde studiepunten behaald had). Ten gevolge daarvan raakte hij in een meltdown.
    Trouw aan het gedachtengoed van Erasmus, heeft de Rotterdamse faculteit dus haar draconische selectieprocedures binnen de masteropleiding enigszins gehumaniseerd, maar we mogen niet vergeten welke ellende door die voormalige procedures teweeg is gebracht. En de Rotterdamse OER-bijlage nummer 5 blijft, ook in zijn nieuwe vorm, een kwalijke vorm van discriminatie jegens studenten met een functiebeperking en een kwalijke inbreuk op de vigerende hogeronderwijswetgeving en op het vigerende hogeronderwijsbeleid.

  • Nieuws over plagiaat (II)

    /

    Het voormalige College van Beroep Hoger Onderwijs was ten strijde getrokken tegen de criminalisering van slordigheden in scripties en werk­stukken (zie mijn blogbericht d.d. 4/7/2022). Dirk Wolthekker (HOP) signaleert dat de Raad van State, de rechtsopvolger van het CBHO, dit estafettestokje heeft overgenomen: slecht citeren is niet hetzelfde als frauduleus plagiëren (Folia 27/6/2024). De afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (26/6/2024) heeft gevonnist dat een Groningse studente in haar bachelorscriptie misschien wel slordigheden heeft begaan maar geen (tuchtrechtelijk strafbaar) plagiaat heeft gepleegd.

  • Het iudicium abeundi (II)

    /

    Op 10 juli heeft de bestuursrechter in laatste instantie gevonnist dat het Rotterdamse universiteitsbestuur een masterstudent Orthopedagogiek uit de opleiding heeft mogen verwijderen wegens onprofessionele gedragingen, gepleegd in de hoedanigheid van student. Dat wordt bericht door het Hoger Onderwijs Persbureau (Erasmus Magazine 31/7/2024). Vervolgens wordt door de HOP-auteur uitgeweid over twee eerdere casussen die betrekking zouden hebben gehad op heenzending ex artikel 7.42a WHW wegens onprofessionele gedragingen (waarmee blijk wordt gegeven van ongeschiktheid voor de praktische beroepsuitoefening of voor de praktische voorbereiding daarop). Maar de auteur vergeet dat de recente casus betrekking heeft op onprofessionele gedragingen gepleegd in de hoedanigheid van student. Alleen onder die voorwaarde kunnen studenten of aspirant-studenten op basis van artikel 7.42a worden heengezonden. In de beide eerdere casussen is aan die voorwaarde niet voldaan:
    a) De casus van de Erasmusschutter. Het speciale studiedossier van de hoogbegaafde geneeskundestudent Fouad L. betrof zijn vermeende functie­beperking in het autistisch spectrum. Hij heeft zich, naar eigen zeggen, in het kader van zijn studie niet schuldig gemaakt aan onprofessionele gedragingen. Maar toen hij zijn masteropleiding had afgerond, werd hem het diploma ontzegd op grond van een miniem strafblad (40 uur taakstraf wegens dierenmishandeling); en deze misdraging was niet gepleegd in de hoedanigheid van student. Ten gevolge van die ontzegging van het diploma geraakte de student in een meltdown die tot een drievoudig moorddrama leidde.
    b) De pedofiele aspirant-student Orthopedagogiek. De tweede casus betrof een pedofiele student die bestuurslid was van een vereniging die liberalisering van de leeftijdsgrens bepleitte. Wegens zijn openlijk beleden geaardheid werd hij geweigerd voor de opleiding Orthopedagogiek (en dus niet op grond van een vermeend strafblad, dat minister Plasterk erbij verzonnen had). Afgemeten aan wetsartikel 7.42a (dat toen nog niet was ingevoerd) hebben de CBHO-rechters driedubbel gedwaald: b1) een afwijkende seksuele geaardheid behoort niet tot de onprofessionele ge­dragingen; b2) uit deze afwijkende seksuele geaardheid mag men niet zomaar concluderen dat daaruit strafbare pedoseksuele ge­dragingen zullen voort­vloeien; en b3) pedoseksuele ge­dragingen, indien gepleegd anders dan in de hoedanigheid van student, zouden sowieso buiten het bedoelde bereik van dit wetsartikel vallen.
    c) Naschrift ad a) en b). Het druist tegen de bedoelingen van de wetgever in als men artikel 7.42a misbruikt om de toegang tot een opleiding of beroep te blokkeren op grond van (reële of vermeende) strafrechtelijke gegevens die niet betrekking hebben op gedragingen gepleegd in de hoedanigheid van student. Als men wil voorkomen dat patiënten of cliënten aan criminele gevaren worden bloot­gesteld, is er in dat geval een betere optie: stel als toegangsvoorwaarde dat de aspirant-student (c.q. aspirant-professional) een justitiële Verklaring omtrent het Gedrag (VOG) overlegt.

  • Geachte Onderwijsinspectie

    /

    Één reactie

    Stel je bent een student en de faculteit weigert je het masterdiploma toe te kennen terwijl je alle studiepunten behaald hebt. Je bent dus wanhopig en ten einde raad. Wat kan je nu doen? Dat hangt er van af:
    Optie 1: Als je ouders veel geld hebben, dan huren ze een dure advocaat en die zal dat varkentje wel eens wassen. In eerste instantie maakt de advocaat nog even bezwaar bij de examencommissie, waarna hij/zij in beroep gaat bij het lokale College van Beroep voor de Examens; en in tweede instantie tekent hij/zij beroep aan bij de Raad van State. Ondertussen krijg je van je ouders financiële ondersteuning, totdat je het zuurverdiende diploma in ontvangst kunt nemen en je op basis daarvan een passende baan hebt gevonden.
    Optie 2: Als je psychisch labiel bent, dan laat je je gek verklaren en laat je je opnemen in een GGZ-instelling.
    Optie 3: Als je gewoon wanhopig en ten einde raad bent, dan kun je zelfmoord plegen; je wanhopige ouders kunnen achteraf een NieWieder-melding bij de Onderwijsinspectie indienen, die immers als wettelijke taak heeft toe te zien op de wettigheid van het handelen van instellingen van hoger onderwijs.
    Optie 4: Als je extreem wanhopig bent én eigenrichting verkiest, kun je besluiten de voorzitter van de examencommissie te vermoorden, waarna je de pro-deo advocaat verzoekt: 4A) alsnog het diploma op te eisen en 4B) een NieWieder-melding naar de Onderwijsinspectie te sturen (zie de ouder­lijke vervolgactie ad optie 3).
    Lees verder … (PDF)

  • De langstudeerboete van het kabinet-Schoof

    /

    Één reactie

    De vier formerende partijen hebben het kabinet-Schoof de opdracht meegegeven een nieuwe bezuinigingsmaatregel voor het hoger onderwijs in te voeren. In de budgettaire bijlage van het Hoofdlijnenakkoord staat namelijk:
    §44. VERHOGEN COLLEGEGELD LANGSTUDEERDERS (VIA LAGERE BEKOSTIGING). Het collegegeld wordt met 3.000 euro ver­hoogd voor voltijdstudenten die langer dan 1 jaar uitlopen in de bachelor- of masterfase. Instellingen krijgen per langstudeerder 3.000 euro minder Rijksbekostiging. De budgettaire opbrengst gaat uit van invoering in het studiejaar 2026/2027.” De papieren Volkskrant van 11 juli wijdde er wederom een kritisch artikel aan: naarmate de ouders van studenten een lager inkomen hebben, doen studenten langer over hun studie. Ik zou me kunnen voorstellen dat die studenten eerder geneigd zijn een baantje naast hun studie te nemen of dat ze gemiddeld meer reistijd nodig hebben om van en naar hun woonadres te forensen, of dat ze meer mantelzorgverplichtingen hebben. Hoe dat ook zij, door dergelijke factoren hebben ze minder tijd voor hun studie beschikbaar en lopen ze dus een groter risico op studievertraging. Maar het zou ook kunnen zijn dat ze meer studie-uren nodig hebben om hun studiepunten te behalen: beheersen zij de Nederlandse en Engelse taal minder dan hun medestudenten? hebben ze minder geld beschikbaar om de beste studieboeken en –materialen aan te schaffen en hun dagprogramma efficiënt in te richten? zijn ze meer tijd kwijt aan het zoeken van een stageadres? Of hebben ze minder sociaal kapitaal van mensen die hen kunnen helpen in hun studievoortgang? Kortom: ik voelde me geroepen om diezelfde ochtend nog een lezersbrief naar de Volkskrant te sturen:
    “De invoering van een langstudeerboete (VK 11/7 p.12) is een ondoordacht plan. De wettelijke studielast voor de gemiddelde student is 1680 uur per cursusjaar. De wetgever neemt dus voor lief dat slechts 50% van de studenten het programma zal bijbenen als ze 40 uur per week in hun studie steken. De resterende 50% loopt een groot risico op studievertraging. Daar komt bij dat er na afloop van het eerste studiejaar streng geselecteerd wordt: je moet in tien maanden bijna alle studiepunten scoren, want anders moet je vertrekken en je heil elders zoeken. Door dat gedwongen omzwaaien lopen studenten algauw een jaar studievertraging op.”
    Maar dat was verloren moeite, want mijn lezersbrief stond gisterochtend niet in de krant en vanochtend evenmin. Dat wordt dus Sint-Juttemis. Achteraf heb ik me nog wel bedacht dat die veertigurige werkweek voor de gemiddelde student alleen van toepassing is als het jaarprogramma 42 weken lang is. Tegenwoordig geven vele faculteiten echter de voorkeur aan een jaarprogramma van 40 weken, want dan houden de docenten meer tijd voor andere klussen over (bijvoorbeeld voor hun onderzoekstaken). [Dat is de reden dat de herkansingen in de tweede helft van augustus ook allang wegbezuinigd zijn.] De helft van de studenten moet in dat geval méér dan 42 uur per week in de studie steken om het programma bij te benen.

  • De rechten van examen­kandidaat Fouad (update)

    /

    5 reacties

    1. De motieven van Fouad. Op 4 juli hield de Rotterdamse rechtbank een derde pro-formazitting inzake de verdachte Fouad L. Door Erasmus Magazine (EM 4/7/2024) wordt bericht dat het OM bij die gelegenheid voor het eerst volledige opening van zaken gaf over de motieven van de verdachte, die hij geopenbaard had bij het eerste politieverhoor op 28 september 2023: “Ik was extreem boos op het Erasmus MC. Ik heb al mijn studiepunten [van de masteropleiding behaald], maar ze [d.w.z. de examencommissie] willen mij [op grond van een antecedentenrapportage van het OM] geen diploma geven. Ik kom niet vooruit en niet achteruit. Ik kan op mijn 32ste geen nieuwe studie doen, ik heb geen baan [althans niet meer, want de werkgever wilde vóór indiensttreding het diploma zien] en straks ook geen huis [want binnenkort volgt huisuitzetting wegens huurschuld].”
    2. Onprofessioneel gedrag van Fouad anno 2023? In de pro-formazitting is bovendien gebleken, aldus Erasmus Magazine (4/7/2024), dat de toenmalige examen­kandidaat zich als arts had uitgegeven en dat de wijkagent dat had overgebriefd aan de examencommissie. Het Algemeen Dagblad (AD 4/7/2024) voegt hieraan toe, dat de advocaat zich verbaasd toont waarom de interne melding van de wijkagent niet in het strafdossier is opgenomen, en dat deze omissie op verzoek van de rechter-commissaris hersteld zal worden. In het Reflectierapport van de zorg- en veiligheidsinstanties (juni 2024, pp. 14-15 en 31-32) wordt bericht dat deze melding van de wijkagent op 27 februari geregistreerd is, dat deze tussen 13 en 20 maart ter kennis van de examencommissie is gebracht, dat deze op 21 maart op diens verzoek ter kennis van Fouad zelf is gesteld, en dat Fouad op 3 april aan de examencommissie heeft uitgelegd dat deze verdenking op een misverstand berust. Ik vermoed dat Fouad zich (in zijn uitlatingen tegenover de wijkagent?) gebaseerd heeft op artikel 7.10 lid 2 WHW: “Indien de tentamens van de [masteropleiding] met goed gevolg zijn afgelegd, is het examen afgelegd [tenzij de examencommissie besloten heeft nader te onderzoeken of de eindtermen van de masteropleiding inderdaad bereikt zijn].”
    3. Het lekken van politiële en justitiële gegevens. RTV Rijnmond bericht op zijn website (4/7/2024) dat Fouads advocate ter zitting opmerkte ’t nogal “bijzonder” te vinden dat de wijkagent vertrouwelijke informatie over Fouad aan de examencommissie heeft doorgegeven. Ik vraag me af of ze niet zwaarder geschut in stelling had moeten brengen. In het zojuist genoemde Reflectierapport (p.31) kan men namelijk lezen (a) dat het OM op 13 maart 2023 heeft besloten “dat op basis van artikel 39f (…) van de Wet Justitiële en Strafvorderlijke Gegevens (…) de informatie over de twee strafzaken van Fouad L. [één veroordeling (wegens dierenmishandeling) tot een taakstraf van 40 uur en één vrijspraak wegens gebrek aan bewijs] gedeeld mocht worden met het Erasmus MC”; (b) dat de politie in dat verband heeft besloten ook de recente melding van de wijkagent mee te nemen; en dat het OM in april heeft besloten (zie p.32) dat de examencommissie ook een uitgebreide OM-rapportage van het uitgevoerde antecedentenonderzoek toegestuurd zou krijgen, opdat zij op basis daarvan kon beslissen de toekenning van het diploma “on hold” te zetten. Ik vraag me af waarom Fouads advocate tot nu toe heeft nagelaten de rechtmatigheid van deze twee OM-besluiten ter discussie te stellen. Artikel 39f van de WJSG staat toe informatie met derden te delen mits (ten eerste) daarmee een zwaarwegend algemeen belang gediend wordt en mits (ten tweede) die informatiedeling behoorlijk, rechtmatig, toereikend, ter zake dienend en niet bovenmatig is. Aan die tweede voorwaarde was niet voldaan: ten eerste is een examencommissie in het hoger onderwijs niet bevoegd om zittende studenten op grond van misdragingen, gepleegd buiten de studie, uit de opleiding te verwijderen; en ten tweede is zij evenmin bevoegd om een examenkandidaat, die inmiddels alle studiepunten op zak heeft, wegens vermeende beroeps­ongeschiktheid het diploma te ontzeggen. Alleen de Inspectie Volksgezondheid & Jeugd is bevoegd om zo nodig op te treden tegen basisartsen teneinde patiënten tegen vermeend-gewelddadige of vermeend-gestoorde professionals te beschermen.
    4. Tegenstrijdige uitlatingen van het OM. Volgens Fouads advocate is het moorddrama wellicht in de hand gewerkt door het gevoel dat hij jarenlang bespioneerd werd door de buren, maar volgens het OM is er geen sprake geweest van bespioneren of van een complot (RTV Rijnmond 4/7/2024). Maar in het Reflectierapport (juni 2024) wordt erkend dat het OM al sinds 2021 in samenspraak met andere instanties (waaronder de Woningbouwvereniging en de wijkagent) op zoek is geweest naar mogelijkheden om te voorkomen dat deze taakgestrafte, autistische student van Marokkaanse afkomst basisarts zou worden (zie ook Erasmus Magazine 27/6/2024). De vraag rijst of het Reflectierapport, en dus het bestaan van dit complot, in het strafdossier is opgenomen.
    5. Onprofessioneel gedrag van Fouad vóór 2023? Erasmus Magazine (4/7/2024) meldt dat de faculteit Geneeskunde al jarenlang een (belastend???) dossier over Fouad had opgebouwd (zie p.18 van het Reflectierapport). Uit een bijlage van de facultaire Onderwijs- en Examenregeling maak ik op dat door de examencommissie speciale dossiers worden bijgehouden over studenten met een functiebeperking die hun communicatievaardigheden kan belemmeren (zoals autisme). Die dossiers hebben dus in principe niet het karakter van een strafdossier. Uit de eigen posts van Fouad op de website 4Chan maak ik op dat hij zich in het kader van de opleiding niet aan onprofessioneel gedrag schuldig heeft gemaakt en dat hij niet begreep waarom hij jaarlijks toch voor zes maanden geschorst werd. Tijdens die wanhopige schorsingsperioden gaf hij zich aan alcohol over, wat soms in (door hem diep betreurde) dierenmishandeling ontaardde. Uit een wetenschappelijk artikel van De Jong-Noordermeer (2023), de toenmalige secretaris van de examencommissie, maak ik op dat schorsingen niet alleen op grond van laakbaar gedrag worden opgelegd.
    6. Het onderzoek naar Fouads klachten over de faculteit Geneeskunde. Uit de berichtgeving in de eerdergenoemde media (EM, AD, Rijnmond) maak ik op dat het OM op de derde pro-formazitting niets heeft meegedeeld over de voortgang van het voorgenomen onderzoek naar het waarheidsgehalte van Fouads klachten over de medische faculteit (zie ook zijn posts op de website 4Chan), en dat Fouads advocate dat evenmin te berde heeft gebracht. In het Reflectie­rapport (p.5) wordt bericht dat het Erasmus MC [in casu de Rotterdamse faculteit Geneeskunde?] een eigen reflectie-onderzoek verricht naar de voorgeschiedenis van het moorddrama: “In het kader van het reflecteren en gezamenlijk leren, is contact opgenomen met het Erasmus MC en is een aantal vragen meegegeven die worden meegenomen in hun onderzoek. De resultaten van dat onderzoek worden pas later verwacht en zijn dus niet in [het onderhavige Reflectie-onderzoek] meegenomen.” Mijns inziens behoort het OM een eigen onderzoek te doen naar het handelen van de faculteit (gegeven het feit dat de faculteit door de verdachte van jarenlange geestelijke mishandeling en beschadiging beschuldigd is).

  • De rechten van examen­kandidaat Fouad: een reflectie-opdracht voor het OM

    /

    2 reacties

    Fouad L. wordt verdacht van een drievoudige moord (28 september 2023 te Rotterdam). Het regionale zorg- en vei­ligheidsnetwerk van Rotterdam-Rijnmond heeft het initiatief genomen voor een ‘reflectie-onderzoek’ onder de betrokken partijen: hebben we in de daaraan voorafgaande periode 2021-2023 alles gedaan wat mogelijk was om dit drama te voorkomen? Juni 2024 zijn de uitkomsten van deze reflectie-opdracht gepubliceerd.
    Vele instanties, zo blijkt uit de rapportage, maakten zich in de periode 2021-2023 zorgen over Fouads herhaaldelijke dierenmishandeling (gepleegd in dronken­schap), over klachten wegens burenoverlast, over vermeend alcoholisme en over de psychische problemen die aan dat alles ten grondslag konden liggen. Maar die zorgen werden danig vergroot door het feit dat hij Geneeskunde studeerde en dat hij naar verwachting binnen afzienbare tijd het diploma Basisarts zou behalen. Men vond het uiterst zorgelijk dat zo iemand zomaar als huisarts op patiënten zou worden losgelaten, met alle gevaren van dien.
    Uiteindelijk (pp. 18, 30-32 van het rapport) besloten de instanties in gezamenlijk overleg dat het Openbaar Ministerie zich in een brief tot de examencommissie van de Rotterdamse faculteit Geneeskunde zou wenden om haar te waar­schuwen dat Fouad, gezien zijn justitiële en politiële verleden op het gebied van dieren­mishande­ling, misschien geen basisartsdiploma waardig was. Fouad had inmiddels alle 180 studiepunten van de masteropleiding behaald, maar op basis van deze OM-brief besloot de examencommissie de toekenning van het diploma ‘on hold’ te zetten. Zij stelde als voorwaarde dat Fouad eerst door een psycholoog of psychiater zou laten onderzoeken of hij geschikt was voor het beroep van arts.
    Lees verder … (PDF)

  • Demonstratievrijheid binnen HO-instellingen

    /

    Binnen Nederlandse universiteiten en hogescholen zijn sinds oktober 2023 demonstraties georganiseerd naar aanleiding van de Israëlische militaire interventie in Gaza. Daarop hebben de Vereniging Universiteiten van Nederland (UNL) en de Vereniging van Hogescholen (VH) op 14 mei 2024 een gezamenlijke Richtlijn Protesten gepubliceerd. Ze hebben elf uitgangspunten geformuleerd voor het beleid dat zij menen te moeten voeren jegens studenten, personeelsleden en bezoekers die op de terreinen en/of in de gebouwen van hun onderwijsinstelling gebruik maken van hun grondwettelijke recht tot vergadering en betoging (de zgn. demon­stratievrijheid ex artikel 9 GW). Het komt erop neer dat de instellingen onder strikte voorwaarden bereid zijn een vreedzame betoging op hun terreinen te gedogen.
    Een maand later (13 juni 2024) publiceerden de docenten en onderzoekers van De Jonge Akademie (DJA/knaw) een kritische reactie op deze richtlijn. Gezien de maatschappelijke rol van de universiteit, niet alleen productie en overdracht van wetenschappelijke kennis maar ook ontwikkeling en uitwisseling van maat­schappelijke ideeën, mag men volgens DJA van de universiteit verwachten: (1.) dat zij het recht tot het organiseren van een betoging binnen haar eigen territorium beschermt en verdedigt en dat zij (2.) de uitoefening van dat recht ook actief faciliteert en ondersteunt. Die heilige plicht gaat dus veel verder dan gedogen-tegen-wil-en-dank. In de navolgende twee paragrafen tracht ik dat DJA-standpunt iets verder uit te werken.
    Lees verder … (PDF)

  • Sociale veiligheid voor studenten

    /

    2 reacties

    Half mei is een Handreiking Sociale Veiligheid verschenen, betreffende studenten in het WO en HBO. De handreiking is uitgebracht door het Expertisecentrum Inclusief Onderwijs (ECIO), in samenwerking met het Interstedelijk Studentenoverleg (ISO) en de stichting Time-out (Onder­zoeks­theater Safe Space). De core business van ECIO betreft studenten met een functiebeperking, maar meer in het algemeen is ECIO gericht op doel­groepen die niet uit de boot mogen vallen in het hoger onderwijs en dus extra ondersteuning behoeven.
    Wat is sociale veiligheid? Dat is de bescherming van een bepaalde categorie personen (bv. leerlingen) tegen gevaren die veroorzaakt worden door menselijk handelen (bv. van medeleerlingen en personeel) in een bepaalde sociale ruimte (bv. in een school). Zo werd in 2015 de Wet Veiligheid op School ingevoerd om leerlingen tegen pesterij te beschermen. Daarbij werd niet alleen gedacht aan handtastelijke pesterij, maar ook aan psychische pesterij (bv. kleineren) en sociale pesterij (bv. discriminatie en uitsluiting). In 2023 publiceerde de website School & Veiligheid een overzicht van de Wetgeving Sociale Veiligheid betreffende leerlingen en schoolpersoneel in het funderend onderwijs. Daaruit blijkt dat het beleid inzake sociale veiligheid inmiddels een veel breder aandachts­gebied bestrijkt dan alleen pesterij.
    Ook in het hoger onderwijs krijgt sociale veiligheid en inclusie steeds meer aandacht (Factsheet Onderwijsinspectie 2022, Bestuursakkoord 2022 §1.5, Kamerbrief 8/6/2023). En in dat kader past de eerdergenoemde Handreiking Sociale Veiligheid, die onlangs door ECIO is uitgebracht. De Handreiking behandelt mogelijke aanzetten tot een sociaal veilig leerklimaat (een gedragscode, voor­lichting aan studenten en onderwijspersoneel, training van ondersteuningsvaardigheden, safe spaces voor kwetsbare groepen, aanstelling van vertrouwenspersonen of ombudsfunctionarissen); het inrichten van meld- en klachtenprocedures voor incidenten; en de instandhouding van een systeem voor monitoring, verslaglegging en beleids­evaluatie. Verder worden vier speerpunten be­handeld voor het bestrijden van sociale onveiligheid in het hoger onderwijs: Seksueel grens­overschrijdend gedrag; Agressie, geweld en intimidatie; Ongelijke behandeling, discriminatie en uitsluiting (als­mede gebrek aan inclusie en blindheid voor diversiteit); en Pesten.

  • Studenten met zorgtaken (III)

    /

    In Nederland bestaan verscheidene wettelijke regelingen die tot doel hebben aan studenten die dat nodig hebben extra faciliteiten te bieden voor een studie in het hoger onderwijs. Bijvoorbeeld financiële ondersteuning voor studenten wier ouders niet kunnen bijspringen (aanvullende prestatie­beurs) of voor studenten die door persoonlijke omstandigheden vertraagd raken in hun studie (Profileringsfonds ex artikel 7.51 WHW). Ook wordt door de wetgever geregeld dat studenten die door persoonlijke omstandigheden studievertraging oplopen, dispensatie krijgen van strenge tempo-eisen (Uitvoeringsbesluit WHW inzake studieadvies propedeuse). Verder biedt de wetgever aan de universiteiten en hogescholen mogelijkheden om dergelijke wettelijke regelingen open te stellen voor andere doelgroepen, zoals studenten met bijzondere talenten op het gebied sport, cultuur of ondernemerschap; studerende mantelzorgers; studerende ouders. Het is overigens uitdrukkelijk niet de bedoeling dat ook werkstudentschap gerekend wordt tot de persoonlijke omstandigheden die recht geven op extra faciliteiten; werkstudenten kunnen uitsluitend gebruik maken van de faciliteiten die verbonden zijn met deeltijdopleidingen, waarbij hun recht op studiefinanciering vervalt.
    De bovenbedoelde faciliteiten worden verleend op curriculumniveau, dus niet op het niveau van de afzonderlijke onderwijseenheden of cursussen. Maar in 2019 is een actieplan voor topsporters opgesteld dat ook flexibilisering bínnen cursussen omvat: dispensatie van aanwezigheids­verplichtingen, coulance m.b.t. deadlines, aanbod van afstandsonderwijs en –toetsing. Begin dit jaar is door rechtenstudente Antje Beers (2024a, 2024b, 2024c) voorgesteld dat daarbij ook aan andere doelgroepen wordt gedacht. In eerste instantie bepleitte zij met name de dispensatie van aanwezigheidsverplichtingen voor studerende mantelzorgers. Ook zou het al veel helpen als er, bij de groepsindeling en roostering, rekening wordt gehouden met de dagdelen en -uren waarop zij mantelzorgverplichtingen hebben.
    Maar inmiddels is het pleidooi van Antje Beers overgenomen in een motie die op 7 maart met algemene stemmen door de Tweede Kamer werd aanvaard: maak afspraken zodat jonge mantelzorgers in staat worden gesteld mantelzorg en studie te combineren, bijvoorbeeld analoog aan de afspraken die gemaakt zijn in het actieplan voor topsporters. De maatschappelijke urgentie van deze motie is duidelijk: de zorgkosten van de BV Nederland rijzen de pan uit en dat probleem kan worden gereduceerd door de studiefaciliteiten voor studerende mantelzorgers te optimaliseren. Maar de vraag rijst dan of men studenten met een zorgtaak jegens hun eigen kinderen in de kou mag laten staan.

  • The European Higher Education Area

    /

    Één reactie

    De Europese Hogeronderwijsruimte (EHEA) is een samenwerkingsverband van 49 Europese staten (inclusief staten wier grondgebied slechts ge­deeltelijk in Europa ligt). Hun doel is tot internationale harmonisatie van hun nationale systemen van hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek te komen. Het begon allemaal met de Bolognaverklaring van 1999, die tot de invoering van de drie­fasenstructuur (bachelor-master-phD) en het bijbehorende ECTS-studiepuntensysteem heeft geleid. Eind mei komen de ministeriële portefeuillehouders Hoger Onderwijs in Tirana bijeen, om zich uit te spreken over de gemeenschappelijke kernwaarden (fundamental academic values) die richting geven aan het onderwijs en onderzoek. Ter tafel ligt het eindrapport van een werkgroep, die sinds 2020 met dit onderwerp bezig is geweest. Er worden zes waardegebieden onderscheiden: academic freedom (p.54); institutional autonomy (p.66); academic integrity (p.81); student and staff partici­pation in university governance (p.97); public responsibility for H.E. [i.e. of society towards H.E.] (p.113); and public responsibility of H.E. [towards society] (p.127).
    Van de 49 EHEA-landen (waaronder UK en Zwitserland) behoren er 27 tot de Europese Unie en 30 tot de European Economic Area (EU + Noor­wegen + IJsland +Lichtenstein). Uit alle 49 EHEA-landen zijn universiteiten (en/of het rectorenberaad) vertegenwoordigd in de European University Association (EUA), waarbij echter moet worden aangetekend dat de Russische universiteiten ge­schorst zijn sinds ze de Russische inval in Oekraïne publiekelijk onderschreven hebben. Onlangs werd er door de EUA een webinar belegd, vooruitlopend op de EHEA-uitkomsten in Tirana, over de vraag hoe de Europese Unie kan bijdragen aan de bescherming en verheldering van de ‘academic core values’ van de Europese universi­tei­ten. Gesuggereerd wordt dat de gemeenschappelijke kern­waarden, zoals geformuleerd door de EHEA, rijkelijk vaag zijn of dat er verschillend over gedacht wordt. Moeten we daaruit opmaken dat de Europese Unie op termijn met een eigen waarden­taxonomie komt voor de European Research Area (ERA) en de European Education Area (EEA)?
    Lees verder … (PDF)