Marcouch over segregatie en desegregatie

/

‘Uitgangspunt moet zijn dat een moslimjongere in het openbaar onderwijs terecht kan zonder zijn religie te verloochenen. Islamitische scholen zijn eigenlijk ontstaan uit nood, omdat op openbare scholen geen ruimte was voor religie en moslims zich con­stant moeten verantwoorden. Over het hoofddoekje, al dan niet gemengd douchen en zwemmen, feestdagen.’ Dat zegt stadsdeelvoorzitter Ahmed Marcouch van Amster­dam-Slotervaart.
Tag: godsdienstles
Bron: Het Parool 7/6/2008 (p.3 en p.6-7)
Lees verder … (PDF)

Alle reactiemogelijkheden zijn voor dit bericht momenteel gesloten.

8 reacties op “Marcouch over segregatie en desegregatie”

  1. Het Kenniscentrum Gemengde Scholen gaat aan het Parool-interview voorbij. Maar Jouke Schaafsma (De Telegraaf 8/6/2006) vond het belangrijk genoeg om nog even het een en ander bij Marcouch na te vragen. Wat de godsdienstlessen betreft, wordt hij door Joao op de BON-site als volgt geciteerd: ‘Kinderen krijgen in het weekeinde in allerlei zaaltjes islamlessen op een pedagogisch minder verantwoorde en amateuristische wijze en dat betreur ik. Zorg dan als ouders en openbare scholen dat na schooltijd een lokaal beschikbaar is waar een vakkundig docent dat islamonderwijs biedt. Dan hoeven die kinderen ook niet zeven dagen per week in de schoolbanken te zitten. De wet biedt scholen allang de ruimte om dat te realiseren, maar veel ouders weten niet dat ze daarom kunnen vragen.’ [Schaafsma licht toe: In Rotterdam zijn bijvoorbeeld al zo’n twintig islamdocenten actief op openbare basisscholen. Het Contactorgaan Moslims en Overheid werkt aan verdere verspreiding van dit concept in de rest van Nederland. Marcouch kwam zelf met het onderwerp in aanraking door een anti­radicaliseringsprogramma dat in Slotervaart loopt. Hij merkte bij bezoeken aan de scholen dat ze niet goed weten hoe ze religie een plek in het openbaar onderwijs moeten geven. Met zijn pleidooi om meer rekening te houden met moslims in het openbaar onderwijs, hoopt hij de discussie daarover op gang te brengen.] Marcouch vervolgt: ‘Integratie is geen kwestie van sociale en economische zaken, maar cultuur en religie spelen daar nu ook een prominente rol in. Geef dat een plek, want als je religie gewoon maar vermijdt op de openbare school, dan leer je kinderen ook niet ermee om te gaan in de samenleving.’

  2. Plan Marcouch voor les religie valt nergens goed, kopt Het Parool (9/6/2008). Men vergeet eventjes dat het recht op facultatief christelijk of islamitisch of humanistisch godsdienst- c.q. vormingsonderwijs in de wet is vastgelegd, althans wat het openbaar basisonderwijs betreft. Ook vergeet men dat OCW de ontwikkeling van een leergang voor islamitisch godsdienstonderwijs gefinancierd heeft.
    Het zwakke punt is echter dat de financiering van de christelijke, islamitische en humanistische godsdienst- en vormingslessen niet geregeld is; de gemeenten kúnnen de lessen subsidiëren, maar ze zijn daartoe steeds minder bereid. Ook de bekwaamheidseisen zijn, als ik het goed begrijp, nog niet geregeld. Dus waarom valt het pleidooi van Marcouch voor godsdienstles op de openbare school niet goed? (a) Als de gemeenten het plan omarmen, dan moeten ze zich ook sterk maken voor de financiering ervan door de overheid. (b) Als de christelijke partijen het plan omarmen, dan moeten ze zich ook sterk maken voor de financiering ervan hetzij door de overheid dan wel door de kerken. (c) Al wie het plan omarmt, moet zich sterk maken voor het stellen van wettelijke bekwaamheidseisen voor de betrokken leerkrachten en loopt daarmee tegen de grenzen van de godsdienstvrijheid aan. (d) Al wie het plan omarmt, stelt zich bloot aan populistische kritiek op ‘de sluipende islamisering van de Nederlandse samenleving’.

  3. Het dagblad Trouw (11/6/2008) neemt het voor hem op: Marcouch valt met zijn onderwijsvoorstel tussen wal en schip.

  4. Het interview met Marcouch heeft discussie opgeroepen over de neutraliteit van het openbaar onderwijs. In de notitie ‘Scheiding van kerk en staat’ (27/6/2008) tracht het Amsterdamse College van B&W dergelijke discussies te verhelderen door onderscheid te maken tussen exclusieve neutraliteit (laïcité), inclusieve neutraliteit en compenserende neutraliteit.

  5. Minister Vogelaar stuurde op 11/7 een brief in antwoord op mondelinge vragen van het kamerlid Dibi (Groen Links).
    Postscriptum I: In haar brief d.d. 30/10/2008 zet staatssecretaris Dijksma nog eens de puntjes op de i.
    Postscriptum II: En in haar antwoord d.d. 9/11/2009 op kamervragen van de SP zet zij nog veel meer puntjes op de i.

  6. Het Parool (17/4/2010) bericht dat de stadsdeelraad heeft laten onderzoeken of islamitische ouders behoefte hebben aan buitenschoolse godsdienstles in het basisonderwijs. Ja graag, zeggen ze.

  7. […] Bron: Grondwettelijk Hof >Arresten; Hoofddoekverbod in Antwerpen. Zie ook: de stellingname van Achmed Marcouch in het debat over exclusieve (negatieve) neutraliteit (laïcité) dan wel inclusieve (positieve) […]

  8. Het ministerie gaf op 8/4/2011 nog eens uitleg over de subsidiëring van godsdienstig en levensbeschouwelijk vormingsonderwijs op openbare basisscholen.